Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opscheppen (Nederlands) in het Spaans

opscheppen:

opscheppen werkwoord (schep op, schept op, schepte op, schepten op, opgeschept)

  1. opscheppen (grootspreken)
  2. opscheppen (snoeven; grootspreken; opsnijden)
  3. opscheppen (eten opscheppen)
  4. opscheppen (zich bedienen aan tafel; opdissen; zich bedienen)

Conjugations for opscheppen:

o.t.t.
  1. schep op
  2. schept op
  3. schept op
  4. scheppen op
  5. scheppen op
  6. scheppen op
o.v.t.
  1. schepte op
  2. schepte op
  3. schepte op
  4. schepten op
  5. schepten op
  6. schepten op
v.t.t.
  1. heb opgeschept
  2. hebt opgeschept
  3. heeft opgeschept
  4. hebben opgeschept
  5. hebben opgeschept
  6. hebben opgeschept
v.v.t.
  1. had opgeschept
  2. had opgeschept
  3. had opgeschept
  4. hadden opgeschept
  5. hadden opgeschept
  6. hadden opgeschept
o.t.t.t.
  1. zal opscheppen
  2. zult opscheppen
  3. zal opscheppen
  4. zullen opscheppen
  5. zullen opscheppen
  6. zullen opscheppen
o.v.t.t.
  1. zou opscheppen
  2. zou opscheppen
  3. zou opscheppen
  4. zouden opscheppen
  5. zouden opscheppen
  6. zouden opscheppen
en verder
  1. is opgeschept
  2. zijn opgeschept
diversen
  1. schep op!
  2. schept op!
  3. opgeschept
  4. opscheppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opscheppen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cortar afhakken; afhouwen; afknippen; afsnijden; kappen; omhakken; vellen
servir opdienen; serveren
vanagloriarse de beroemen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cortar grootspreken; opscheppen; opsnijden; snoeven afbreken; afhakken; afhouwen; afkappen; afknippen; afknotten; afsluiten; afsnijden; bijknippen; coifferen; concluderen; couperen; creneleren; dichtdoen; doen ophouden; doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doorknippen; doormidden hakken; doorsnijden; een beetje knippen; een gevolgtrekking maken; fijnhakken; hakken; in stukken hakken; in tweeën houwen; insnijden; kappen; kleinhakken; kleinmaken; klieven; kloven; knippen; kort knippen; kort maken; korten; lossnijden; omhouwen; onderbreken; opensnijden; opmaken uit; scheiden; snijden; splitsen; uit elkaar halen; uiteenhalen; uitknippen; wegknippen; wegsnijden; wegsnoeien
cortar en pedazos grootspreken; opscheppen; opsnijden; snoeven aan stukken snijden; hakken; in stukken hakken; kleinmaken; stuk snijden; stuksnijden
cucharear grootspreken; opscheppen; opsnijden; snoeven
hacer pedazos grootspreken; opscheppen; opsnijden; snoeven aan flarden scheuren; aan stukken breken; aan stukken slaan; aantasten; aanvreten; bederven; beschadigen; breken; fijnmaken; hakken; in stukken breken; in stukken hakken; ingooien; inslaan; kapot scheuren; kapotbreken; kapotgooien; kapotslaan; kleinmaken; klieven; kloven; knakken; platdrukken; smashen; splijten; splitsen; stukbreken; stukgooien; stukhakken; stukslaan; uiteensplijten; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; verpletteren; verscheuren
jactarse de grootspreken; opscheppen
presumir grootspreken; opscheppen; opsnijden; snoeven aannemen; ervan uitgaan; geloven; gissen; gissing maken; postuleren; raden; uitgaan van; veronderstellen; vooronderstellen
servir eten opscheppen; opscheppen aan tafel bedienen; assisteren; bedienen; bijgieten; bijspringen; bijstaan; dienen; dienst doen; doneren; gerieven; geven; gunnen; gunst verlenen; handreiken; helpen; inschenken; intappen; knoppen bedienen; ondersteunen; opdienen; opdissen; schenken; seconderen; serveren; tappen; van dienst zijn; voorschotelen; voorzetten; weldoen
servir la comida opdissen; opscheppen; zich bedienen; zich bedienen aan tafel
servir la comida en las platas eten opscheppen; opscheppen
vanagloriarse de grootspreken; opscheppen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
cortar knippen

Verwante definities voor "opscheppen":

  1. er veel nadruk op leggen omdat je trots bent1
    • hij schepte op over zijn knappe zoon1
  2. op je bord scheppen1
    • mag ik nog wat opscheppen?1

Wiktionary: opscheppen

opscheppen
verb
  1. aangedikte beweringen slaken

Cross Translation:
FromToVia
opscheppen fanfarronear; jactarse; presumir brag — to boast
opscheppen vertir ladle — serve with a ladle
opscheppen fanfarronear; palaganear; presumir angeben — sich wichtiger erscheinen lassen als man ist: prahlen, protzen
opscheppen servir auftragen — Speisen auf dem Tisch servieren; ein Thema ansprechen

Verwante vertalingen van opscheppen