Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. oppasser:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oppasser (Nederlands) in het Spaans

oppasser:

oppasser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de oppasser
    el asistente; el celador; el supervisor; el ordenanza; el inspector

Vertaal Matrix voor oppasser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
asistente oppasser arbeider; arbeidskracht; assistent; helper; hulp; hulpjes; kantoorbediende; klerk; loopjongens; medeplichtige; medeverantwoordelijke; medewerker; medewerkster; personeelslid; secondant; werkkracht; werknemer
celador oppasser suppoost; zaalwachter
inspector oppasser conducteur; controleur; dierverzorger; inspecteur; opzichter; opziener; treinconducteur; verzorger; visiteur
ordenanza oppasser beschikking; militaire rapporteur; ordonnans; verordening
supervisor oppasser conducteur; controleur; dierverzorger; inspecteur; opzichter; opziener; suppoost; treinconducteur; verzorger; zaalwachter
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
asistente genodigde; wizard