Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. opkikkeren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opkikkeren (Nederlands) in het Spaans

opkikkeren:

opkikkeren werkwoord (kikker op, kikkert op, kikkerde op, kikkerden op, opgekikkerd)

  1. opkikkeren (opknappen)

Conjugations for opkikkeren:

o.t.t.
  1. kikker op
  2. kikkert op
  3. kikkert op
  4. kikkeren op
  5. kikkeren op
  6. kikkeren op
o.v.t.
  1. kikkerde op
  2. kikkerde op
  3. kikkerde op
  4. kikkerden op
  5. kikkerden op
  6. kikkerden op
v.t.t.
  1. ben opgekikkerd
  2. bent opgekikkerd
  3. is opgekikkerd
  4. zijn opgekikkerd
  5. zijn opgekikkerd
  6. zijn opgekikkerd
v.v.t.
  1. was opgekikkerd
  2. was opgekikkerd
  3. was opgekikkerd
  4. waren opgekikkerd
  5. waren opgekikkerd
  6. waren opgekikkerd
o.t.t.t.
  1. zal opkikkeren
  2. zult opkikkeren
  3. zal opkikkeren
  4. zullen opkikkeren
  5. zullen opkikkeren
  6. zullen opkikkeren
o.v.t.t.
  1. zou opkikkeren
  2. zou opkikkeren
  3. zou opkikkeren
  4. zouden opkikkeren
  5. zouden opkikkeren
  6. zouden opkikkeren
diversen
  1. kikker op!
  2. kikkert op!
  3. opgekikkerd
  4. opkikkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opkikkeren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mejorarse beter worden; genezing; gezond worden; heling; herstel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entonarse opkikkeren; opknappen
mejorarse opkikkeren; opknappen beteren; leven beteren
reponerse opkikkeren; opknappen bekomen; beteren; cureren; genezen; gezond worden; helen; heroveren; herstellen; leven beteren; repareren; restaureren; vernieuwen; zich hervinden
restablecerse opkikkeren; opknappen beteren; cureren; genezen; genezen van ziekte; gezond maken; gezond worden; helen; heroveren; herstellen; hervinden; leven beteren; repareren; restaureren; revalideren; terugvinden; vernieuwen