Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. opgewaaid:
  2. opwaaien:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opgewaaid (Nederlands) in het Spaans

opgewaaid:

opgewaaid bijvoeglijk naamwoord

  1. opgewaaid (opgestoven)
    explotado; encolerizado

Vertaal Matrix voor opgewaaid:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
encolerizado opgestoven; opgewaaid driftig; ontstoken; ontvlamd; opgevlogen
explotado opgestoven; opgewaaid geëxploiteerd; ontgind; ontgonnen; ontwikkeld; uitgebuit

opwaaien:

opwaaien werkwoord (waai op, waait op, waaide op, waaiden op, opgewaaid)

  1. opwaaien
    volar; revolotear

Conjugations for opwaaien:

o.t.t.
  1. waai op
  2. waait op
  3. waait op
  4. waaien op
  5. waaien op
  6. waaien op
o.v.t.
  1. waaide op
  2. waaide op
  3. waaide op
  4. waaiden op
  5. waaiden op
  6. waaiden op
v.t.t.
  1. ben opgewaaid
  2. bent opgewaaid
  3. is opgewaaid
  4. zijn opgewaaid
  5. zijn opgewaaid
  6. zijn opgewaaid
v.v.t.
  1. was opgewaaid
  2. was opgewaaid
  3. was opgewaaid
  4. waren opgewaaid
  5. waren opgewaaid
  6. waren opgewaaid
o.t.t.t.
  1. zal opwaaien
  2. zult opwaaien
  3. zal opwaaien
  4. zullen opwaaien
  5. zullen opwaaien
  6. zullen opwaaien
o.v.t.t.
  1. zou opwaaien
  2. zou opwaaien
  3. zou opwaaien
  4. zouden opwaaien
  5. zouden opwaaien
  6. zouden opwaaien
diversen
  1. waai op!
  2. waait op!
  3. opgewaaid
  4. opwaaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opwaaien:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
revolotear opwaaien dwarrelen; kolken; naar beneden zweven; wervelen; wielen; zwermen
volar opwaaien inscheuren; laten exploderen; navigeren; opblazen; per vliegtuig reizen; scheuren; vliegen; vliegtuig besturen; voorbijvliegen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
volar laten exploderen; opblazen