Nederlands
Uitgebreide vertaling voor opgevrolijkt (Nederlands) in het Spaans
opgevrolijkt:
-
opgevrolijkt (opgemonterd)
Vertaal Matrix voor opgevrolijkt:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
animado | opgemonterd; opgevrolijkt | actief; bedrijvig; beweeglijk; bezet; bezig; blij; blijgestemd; blijmoedig; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; energiek; geagiteerd; geanimeerd; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; levendig; opgekikkerd; opgeknapt; opgetogen; opgewekt; verhit; vief; vol fut; vrolijk; welgemoed; welgestemd |
Verwante woorden van "opgevrolijkt":
opvrolijken:
-
opvrolijken
Conjugations for opvrolijken:
o.t.t.
- vrolijk op
- vrolijkt op
- vrolijkt op
- vrolijken op
- vrolijken op
- vrolijken op
o.v.t.
- vrolijkte op
- vrolijkte op
- vrolijkte op
- vrolijkten op
- vrolijkten op
- vrolijkten op
v.t.t.
- heb opgevrolijkt
- hebt opgevrolijkt
- heeft opgevrolijkt
- hebben opgevrolijkt
- hebben opgevrolijkt
- hebben opgevrolijkt
v.v.t.
- had opgevrolijkt
- had opgevrolijkt
- had opgevrolijkt
- hadden opgevrolijkt
- hadden opgevrolijkt
- hadden opgevrolijkt
o.t.t.t.
- zal opvrolijken
- zult opvrolijken
- zal opvrolijken
- zullen opvrolijken
- zullen opvrolijken
- zullen opvrolijken
o.v.t.t.
- zou opvrolijken
- zou opvrolijken
- zou opvrolijken
- zouden opvrolijken
- zouden opvrolijken
- zouden opvrolijken
en verder
- ben opgevrolijkt
- bent opgevrolijkt
- is opgevrolijkt
- zijn opgevrolijkt
- zijn opgevrolijkt
- zijn opgevrolijkt
diversen
- vrolijk op!
- vrolijkt op!
- opgevrolijkt
- opvrolijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor opvrolijken:
Wiktionary: opvrolijken
opvrolijken
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opvrolijken | → divertir; entretener | ↔ amuser — divertir par des choses agréables. |