Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- opgehouden:
-
ophouden:
- parar; terminar; abandonar; suspender; renunciar a; empatar; prescendir de; excretar; finalizar; acabar de; llegar; completar; poner término a una; concluir; poner fin a; acabar; acabar con una; efectuar; encontrarse en la recta final; ultimar; llegar al fin; realizar; decidir; detenerse; expirar; extinguirse; dar fin a una; vencer; dar fin a; decidirse a; poner término a; poner fin a una; dejar; no ponerse; desistir de; retardar; demorar; anudarse; demorarse; ganar tiempo; cortarse; aminorar; sostener; cesar; levantar; detener; hacer respetar; poner freno a; pararse; dejar de; retirarse; salir de; quedar eliminado; desprenderse; desenganchar; salir; soltar; desvincular; desentenderse; desemprender
- finalización; conclusión
-
Wiktionary:
- ophouden → cesar
- ophouden → finir, terminar, acabar, finalizar, acabarse, terminarse, frenar, lentificar, enlentecer, ralentizar, dejar, dejar de, cesar, extender, estirar, desenvolver, tender
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor opgehouden (Nederlands) in het Spaans
opgehouden:
-
opgehouden (gestopt; uitgescheiden)
Vertaal Matrix voor opgehouden:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
parado | werkeloze; werkloze | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dejado | opzijzetten | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cesado | gestopt; opgehouden; uitgescheiden | |
dejado | gestopt; opgehouden; uitgescheiden | afgezet; afgezonderd; desolaat; eenzaam; flodderig; nonchalant; slobberig; slodderig; verlaten |
parado | gestopt; opgehouden; uitgescheiden | langzaam; sloom; stilstaand; traag; werkeloos; werkloos |
opgehouden vorm van ophouden:
-
ophouden (ermee uitscheiden; stoppen; opgeven; staken; uitscheiden)
parar; terminar; abandonar; suspender; renunciar a; empatar; prescendir de; excretar-
parar werkwoord
-
terminar werkwoord
-
abandonar werkwoord
-
suspender werkwoord
-
renunciar a werkwoord
-
empatar werkwoord
-
prescendir de werkwoord
-
excretar werkwoord
-
-
ophouden (een einde maken aan; beëindigen; afsluiten; eindigen; stoppen)
terminar; finalizar; acabar de; llegar; parar; completar; poner término a una; concluir; poner fin a; acabar; acabar con una; efectuar; encontrarse en la recta final; ultimar; llegar al fin; realizar; decidir; detenerse; expirar; extinguirse; dar fin a una; vencer; dar fin a; decidirse a; poner término a; poner fin a una-
terminar werkwoord
-
finalizar werkwoord
-
acabar de werkwoord
-
llegar werkwoord
-
parar werkwoord
-
completar werkwoord
-
poner término a una werkwoord
-
concluir werkwoord
-
poner fin a werkwoord
-
acabar werkwoord
-
acabar con una werkwoord
-
efectuar werkwoord
-
encontrarse en la recta final werkwoord
-
ultimar werkwoord
-
llegar al fin werkwoord
-
realizar werkwoord
-
decidir werkwoord
-
detenerse werkwoord
-
expirar werkwoord
-
extinguirse werkwoord
-
dar fin a una werkwoord
-
vencer werkwoord
-
dar fin a werkwoord
-
decidirse a werkwoord
-
poner término a werkwoord
-
poner fin a una werkwoord
-
-
ophouden (aflaten)
-
ophouden (temporiseren; vertragen)
-
ophouden (omhooghouden; in de hoogte houden; hooghouden)
-
ophouden (stopzetten; remmen; tegenhouden; halt houden; tot staan brengen)
parar; detener; cesar; poner freno a; pararse-
parar werkwoord
-
detener werkwoord
-
cesar werkwoord
-
poner freno a werkwoord
-
pararse werkwoord
-
-
ophouden (opgeven; stoppen; afhaken; afzien van; afvallen; eruitstappen; afzeggen)
dejar; dejar de; abandonar; retirarse; salir de; quedar eliminado; parar; desprenderse; desenganchar; salir; soltar; desvincular; desentenderse; desemprender-
dejar werkwoord
-
dejar de werkwoord
-
abandonar werkwoord
-
retirarse werkwoord
-
salir de werkwoord
-
quedar eliminado werkwoord
-
parar werkwoord
-
desprenderse werkwoord
-
desenganchar werkwoord
-
salir werkwoord
-
soltar werkwoord
-
desvincular werkwoord
-
desentenderse werkwoord
-
desemprender werkwoord
-
-
ophouden (uitsterven; sterven; afsterven)
extinguirse-
extinguirse werkwoord
-
Conjugations for ophouden:
o.t.t.
- houd op
- houdt op
- houdt op
- houden op
- houden op
- houden op
o.v.t.
- hield op
- hield op
- hield op
- hielden op
- hielden op
- hielden op
v.t.t.
- ben opgehouden
- bent opgehouden
- is opgehouden
- zijn opgehouden
- zijn opgehouden
- zijn opgehouden
v.v.t.
- was opgehouden
- was opgehouden
- was opgehouden
- waren opgehouden
- waren opgehouden
- waren opgehouden
o.t.t.t.
- zal ophouden
- zult ophouden
- zal ophouden
- zullen ophouden
- zullen ophouden
- zullen ophouden
o.v.t.t.
- zou ophouden
- zou ophouden
- zou ophouden
- zouden ophouden
- zouden ophouden
- zouden ophouden
diversen
- houd op!
- houdt op!
- opgehouden
- ophoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
ophouden (eindigen; staken; uitscheiden; kappen; afhaken)
Vertaal Matrix voor ophouden:
Synoniemen voor "ophouden":
Antoniemen van "ophouden":
Verwante definities voor "ophouden":
Wiktionary: ophouden
ophouden
Cross Translation:
verb
-
een activiteit beëindigen
- ophouden → cesar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ophouden | → finir; terminar; acabar | ↔ end — ergative, intransive: be finished, be terminated |
• ophouden | → terminar; acabar; finalizar; acabarse; terminarse | ↔ finish — to come to an end |
• ophouden | → frenar; lentificar; enlentecer; ralentizar | ↔ slow — to reduce the speed of |
• ophouden | → dejar | ↔ stop — come to an end |
• ophouden | → dejar de; cesar; acabar; terminar | ↔ cesser — Discontinuer, arrêter, finir, interrompre, terminer. |
• ophouden | → terminar; acabar | ↔ finir — achever, terminer, arriver à échéance, cesser, finaliser. |
• ophouden | → extender; estirar; desenvolver; tender | ↔ étendre — Traductions à trier suivant le sens |
Computer vertaling door derden: