Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor oorlog (Nederlands) in het Spaans
oorlog:
-
de oorlog (strijd)
-
de oorlog
Vertaal Matrix voor oorlog:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
batalla | oorlog; strijd | besluiteloosheid; gevecht; handgemeen; kamp; klap; klop; kloppartij; knokpartij; lel; matpartij; mep; slag; strijd; strijden; tik; toegebrachte klap; tweestrijd; twijfel; vechtpartij; veldslag; weifeling; worsteling |
combate | oorlog; strijd | concours; dreun; gevecht; handgemeen; jens; kamp; klap; kloppartij; knal; knokpartij; lel; matpartij; mep; partij; pot; slag; strijd; strijden; tik; toegebrachte klap; vechtpartij; veldslag; wedstrijd; worsteling |
contienda | oorlog; strijd | geharrewar; slag; strijd; veldslag |
destreza | oorlog; strijd | bekwaamheid; kunde; kundigheid; ondervinden; ondervinding; slag; strijd; vaardigheid; veldslag; vingervlugheid |
guerra | oorlog; strijd | slag; strijd; veldslag |
lucha | oorlog; strijd | gevecht; geworstel; kamp; slag; strijd; veldslag; worsteling |
Verwante woorden van "oorlog":
Antoniemen van "oorlog":
Verwante definities voor "oorlog":
Wiktionary: oorlog
oorlog
Cross Translation:
noun
-
een gewapende strijd tussen twee of meer bevolkingsgroepen en/of tussen twee of meer landen
- oorlog → guerra
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• oorlog | → bélico | ↔ belligerent — of or pertaining to war |
• oorlog | → guerra | ↔ war — conflict involving organized use of arms |
• oorlog | → guerra | ↔ Krieg — bewaffneter Konflikt zwischen mindestens zwei Parteien wie Staaten, ethnischen oder sozialen Gruppen |
• oorlog | → guerra | ↔ guerre — politique|fr conflit entre deux nations, qui se vide par la voie des armes ; action d’un peuple qui en attaquer un autre, ou qui résister à une agression, à une invasion. |