Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onzedelijkheid (Nederlands) in het Spaans

onzedelijkheid:

onzedelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de onzedelijkheid (immoraliteit; zedeloosheid)
    la inmoralidad

Vertaal Matrix voor onzedelijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inmoralidad immoraliteit; onzedelijkheid; zedeloosheid

Verwante woorden van "onzedelijkheid":


onzedelijkheid vorm van onzedelijk:

onzedelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. onzedelijk (verdorven; verregaand zedenloos; liederlijk)
    perverso; depravado; vicioso; corrompido
  2. onzedelijk (immoreel; amoreel; zedeloos; onzedig)
    asqueroso; vil; vergonzoso; sórdido; depravado; obsceno; inmoral; abyecto; pecaminoso; desalmado; impúdico
  3. onzedelijk (onzedig; ontaard; oneerbaar)
    indecente; inconveniente; indigno; vergonzoso; infame; impropio; desvergonzado; inmoral; deshonesto; ignominioso; impúdico; deshonroso; indecoroso

Vertaal Matrix voor onzedelijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
asqueroso deugniet; guit; hondsvot; rakker; smeerlap; snaak; stinkerd; viezerik; zwijn
desalmado boef; fielt; schobbejak; schurk
inconveniente agonie; bezwaar; grief; het klagen; keerzijde; klacht; kwelling; nadeel; nood; ongemak; ongerief; schade; schaduwzijde; torment; verlies; verschrikking
vicioso lelijkerd
vil dief; ladelichter
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abyecto amoreel; immoreel; onzedelijk; onzedig; zedeloos diep; laag; laag liggend; obsceen; schuin; smeerachtig; vies; vunzig; zedeloos
asqueroso amoreel; immoreel; onzedelijk; onzedig; zedeloos afschrikwekkend; afschuwelijk; afschuwwekkend; afstotelijk voor zintuigen; afstotend voor zintuigen; dellerig; goor; lelijk; monsterlijk; obsceen; onappetijtelijk; onsmakelijk; onverkwikkelijk; ranzig; schuin; schurft hebbend; schurftachtig; schurftig; sletterig; smerig; stuitend; vies; vunzig; walgelijk; weerzinwekkend; zedeloos
corrompido liederlijk; onzedelijk; verdorven; verregaand zedenloos bedorven; goddeloos; heilloos; rot; rottig; slecht; verderfelijk; verdorven; vergaan; verrot
depravado amoreel; immoreel; liederlijk; onzedelijk; onzedig; verdorven; verregaand zedenloos; zedeloos goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven
desalmado amoreel; immoreel; onzedelijk; onzedig; zedeloos sfeerloos; zonder sfeer
deshonesto oneerbaar; ontaard; onzedelijk; onzedig onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onterecht; unfair
deshonroso oneerbaar; ontaard; onzedelijk; onzedig banaal; eerloos; gemeen; grof; infaam; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; mensonterend; mensonterende; mensonwaardig; onedel; oneerbaar; plat; platvloers; schandalig; schandelijk; schunnig; triviaal; verfoeilijk; vunzig
desvergonzado oneerbaar; ontaard; onzedelijk; onzedig aanmatigend; aanstootgevend; aanstotelijk; onbehoorlijk; onbeschaamd; onbeschoft; onfatsoenlijk; ongegeneerd; ongehoord; ongepast; onkies; onpassend; onvertogen; onwelgevoegelijk; respectloos; verkeerd; vlegelachtig
ignominioso oneerbaar; ontaard; onzedelijk; onzedig eerloos; gemeen; infaam; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel
impropio oneerbaar; ontaard; onzedelijk; onzedig abusievelijk; ernaast; fout; foutief; mis; niet goed vallend; onbehoorlijk; onbetamelijk; oneigenlijk; onfatsoenlijk; ongehoord; ongepast; onjuist; onkies; onvertogen; onwaar; onwelvoegelijk; ten onrechte; verkeerd
impúdico amoreel; immoreel; oneerbaar; ontaard; onzedelijk; onzedig; zedeloos schaamteloos
inconveniente oneerbaar; ontaard; onzedelijk; onzedig argwaan opwekkend; nadelig; ongunstig; onvoordelig; verdacht
indecente oneerbaar; ontaard; onzedelijk; onzedig aan lager wal; aanstootgevend; aanstotelijk; achterbaks; bedorven; boefachtig; boosaardig; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; obsceen; onbehoorlijk; onbetamelijk; onedel; oneerbaar; onfatsoenlijk; ongehoord; ongepast; onkies; onkuis; onpassend; onrein; onvertogen; onwelgevoegelijk; onwelgevoeglijk; onwelvoegelijk; onzindelijk; ploertig; rot; rottig; schandalig; schandelijk; schuin; schurft hebbend; schurftachtig; schurftig; schurkachtig; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; vals; verfoeilijk; vergaan; verkeerd; verlopen; verrot; vies; vlegelachtig; vunzig; zedeloos; zondig
indecoroso oneerbaar; ontaard; onzedelijk; onzedig ongepast; onkies; onvertogen; onwelvoeglijk; verkeerd
indigno oneerbaar; ontaard; onzedelijk; onzedig eerloos; gemeen; godgeklaagd; hemeltergend; infaam; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; mensonterend; mensonterende; mensonwaardig; onedel; onwaardig; ploertig; ten hemel schreiend; zeer ergerlijk
infame oneerbaar; ontaard; onzedelijk; onzedig beroerd; deplorabel; eerloos; ellendig; gemeen; godgeklaagd; hemeltergend; infaam; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lamlendig; meelijwekkend; min; miserabel; naar; naargeestig; onedel; ontzettend; ploertig; schandalig; slecht; snood; somber; ten hemel schreiend; vals; verfoeilijk; verschrikkelijk; vreselijk; zeer ergerlijk
inmoral amoreel; immoreel; oneerbaar; ontaard; onzedelijk; onzedig; zedeloos bedorven; obsceen; ongepast; onkies; onvertogen; rot; rottig; schuin; slecht; vergaan; verkeerd; verrot; vies; vunzig; zedeloos
obsceno amoreel; immoreel; onzedelijk; onzedig; zedeloos achterbaks; boefachtig; boosaardig; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; onedel; ploertig; schurft hebbend; schurftachtig; schurftig; schurkachtig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; vals
pecaminoso amoreel; immoreel; onzedelijk; onzedig; zedeloos zondig
perverso liederlijk; onzedelijk; verdorven; verregaand zedenloos bedorven; goddeloos; heilloos; pervers; rot; rottig; slecht; verderfelijk; verdorven; vergaan; verrot
sórdido amoreel; immoreel; onzedelijk; onzedig; zedeloos bedoezeld; groezelig; morsig; smeerachtig; smoezelig; viezig
vergonzoso amoreel; immoreel; oneerbaar; ontaard; onzedelijk; onzedig; zedeloos beschaamd; beschamend; eerloos; infaam; schandaleus
vicioso liederlijk; onzedelijk; verdorven; verregaand zedenloos bedorven; goddeloos; heilloos; rot; rottig; slecht; verderfelijk; verdorven; vergaan; verrot; vicieus
vil amoreel; immoreel; onzedelijk; onzedig; zedeloos aan lager wal; bedriegelijk; crimineel; gangbaar; gebruikelijk; gefingeerd; gemeen; gewoon; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; min; misdadig; nagemaakt; normaal; obsceen; onecht; onedel; onwaar; ploerterig; ploertig; schandalig; schuin; slecht; smeerachtig; smiechterig; snood; vals; verfoeilijk; verlopen; vies; vunzig; zedeloos

Verwante woorden van "onzedelijk":


Wiktionary: onzedelijk

onzedelijk
adjective
  1. immoreel, in strijd met de ethiek

Cross Translation:
FromToVia
onzedelijk vil; infame; abominable; horrible; horroroso; ruin abject — Qui est dans un état d’abjection, qui est rejeté et digne de l’être ; vil, méprisable.