Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. onvruchtbaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onvruchtbaar (Nederlands) in het Spaans

onvruchtbaar:

onvruchtbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. onvruchtbaar (infertiel)
    estéril; improductivo; infecundo; infértil; no fértil

Vertaal Matrix voor onvruchtbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
estéril infertiel; onvruchtbaar bacteriënvrij; dor; kiemvrij; schraal; vrij van ziektekiemen
improductivo infertiel; onvruchtbaar improduktief; onproduktief
infecundo infertiel; onvruchtbaar dor; schraal
infértil infertiel; onvruchtbaar
no fértil infertiel; onvruchtbaar dor; schraal

Verwante woorden van "onvruchtbaar":


Wiktionary: onvruchtbaar

onvruchtbaar
adjective
  1. biologie|nld ongeschikt voor, niet in staat tot voortplanting

Cross Translation:
FromToVia
onvruchtbaar estéril; infértil barren — unable to bear children; sterile
onvruchtbaar estéril sterile — unable to reproduce
onvruchtbaar estéril stérile — Incapable de se reprodure (1)