Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. ontstoppen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontstoppen (Nederlands) in het Spaans

ontstoppen:

ontstoppen werkwoord (ontstop, ontstopt, ontstopte, ontstopten, ontstopt)

  1. ontstoppen
    destapar; desatascar; desatrancar

Conjugations for ontstoppen:

o.t.t.
  1. ontstop
  2. ontstopt
  3. ontstopt
  4. ontstoppen
  5. ontstoppen
  6. ontstoppen
o.v.t.
  1. ontstopte
  2. ontstopte
  3. ontstopte
  4. ontstopten
  5. ontstopten
  6. ontstopten
v.t.t.
  1. heb ontstopt
  2. hebt ontstopt
  3. heeft ontstopt
  4. hebben ontstopt
  5. hebben ontstopt
  6. hebben ontstopt
v.v.t.
  1. had ontstopt
  2. had ontstopt
  3. had ontstopt
  4. hadden ontstopt
  5. hadden ontstopt
  6. hadden ontstopt
o.t.t.t.
  1. zal ontstoppen
  2. zult ontstoppen
  3. zal ontstoppen
  4. zullen ontstoppen
  5. zullen ontstoppen
  6. zullen ontstoppen
o.v.t.t.
  1. zou ontstoppen
  2. zou ontstoppen
  3. zou ontstoppen
  4. zouden ontstoppen
  5. zouden ontstoppen
  6. zouden ontstoppen
en verder
  1. ben ontstopt
  2. bent ontstopt
  3. is ontstopt
  4. zijn ontstopt
  5. zijn ontstopt
  6. zijn ontstopt
diversen
  1. ontstop!
  2. ontstopt!
  3. ontstopt
  4. ontstoppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ontstoppen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desatascar ontstoppen
desatrancar ontstoppen
destapar ontstoppen blootleggen; onthullen; ontmaskeren; ontsluiten; opendoen; openen; openmaken; opentrekken