Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
variable
|
|
variabele
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cambiante
|
onstabiel
|
grillig; inconsistent; nukkig; onberekenbaar; onbestendig; onvoorspelbaar; variabel; variërend; veranderlijk; wispelturig; wisselend; wisselvallig
|
inconstante
|
onstabiel
|
chagrijnig; fladderig; geestelijk onstabiel; gemelijk; grillig; humeurig; inconsistent; knorrig; labiel; lichtjes; nukkig; nurks; onberekenbaar; onbestendig; onvoorspelbaar; sikkeneurig; slecht gehumeurd; variabel; variërend; veranderlijk; vlinderachtig; wispelturig; wisselvallig
|
inestable
|
onstabiel
|
buiig; chagrijnig; geestelijk onstabiel; gemelijk; humeurig; inconsistent; insolide; knorrig; labiel; los; niet duidelijk; niet helder; niet zeker; nukkig; nurks; onbestendig; onduidelijk; ongewis; onhelder; onklaar; onvast; rank; sikkeneurig; slecht gehumeurd; troebel; vaag; variabel; variërend; veranderlijk; waggelend; wankel; wankelbaar; wankelend; wisselend; wisselvallig
|
lábil
|
onstabiel
|
geestelijk onstabiel; insolide; labiel; los; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend
|
poco consistente
|
onstabiel
|
geestelijk onstabiel; insolide; labiel
|
tambaleante
|
onstabiel
|
fluctuerend; geestelijk onstabiel; heen en weer bewegend; insolide; labiel; los; onvast; rank; schommelend; waggelend; wankel; wankelbaar; wankelend; wiebelend
|
variable
|
onstabiel
|
ettelijke; meerdere; onbestendig; variabel; variabele; variërend; veranderlijk; verscheidene; verschillende; wisselend; wisselvallig
|
versátil
|
onstabiel
|
buigbaar; flexibel; kneedbaar; soepel; variabele; vormbaar
|