Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. onmondigheid:
  2. onmondig:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onmondigheid (Nederlands) in het Spaans

onmondigheid:

onmondigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de onmondigheid
    la minoridad

Vertaal Matrix voor onmondigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
minoridad onmondigheid

Verwante woorden van "onmondigheid":


onmondig:

onmondig bijvoeglijk naamwoord

  1. onmondig
    menor de edad
  2. onmondig
    menor
    • menor bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor onmondig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
menor de jongere; junior; kind
menor de edad minderjarige; onmondige
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
menor onmondig in geringe mate; jonger; jongst; klein; kleinst; kleinste; marginaler; minder oud; miniemste
menor de edad onmondig minderjarig

Verwante woorden van "onmondig":