Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. onlangs:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onlangs (Nederlands) in het Spaans

onlangs:

onlangs bijwoord

  1. onlangs (kortgeleden; recentelijk; laatstelijk; )
    recientemente; recién; poco tiempo atrás; el otro día; hace poco

Vertaal Matrix voor onlangs:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- laatst
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- nauwelijks; zojuist
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
- net; pas
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
el otro día kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk
hace poco kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk zopas
poco tiempo atrás kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk
recientemente kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk net; nog maar pas
recién kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk juist; zojuist; zonet; zoëven

Synoniemen voor "onlangs":


Antoniemen van "onlangs":


Verwante definities voor "onlangs":

  1. nog maar korte tijd (geleden)1
    • ik heb hem onlangs nog gesproken1

Wiktionary: onlangs

onlangs
adverb
  1. recentelijk, niet lang geleden

Cross Translation:
FromToVia
onlangs acabar de just — recently
onlangs recientemente; hace poco; últimamente recently — in the recent past
onlangs recientemente jüngst — vor kurzem
onlangs recientemente; recién unlängstschriftsprachlich: vor nicht allzu langer Zeit