Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. ongeregeldheid:
  2. ongeregeld:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ongeregeldheid (Nederlands) in het Spaans

ongeregeldheid:

ongeregeldheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de ongeregeldheid
    el disturbio; la irregularidad

Vertaal Matrix voor ongeregeldheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
disturbio ongeregeldheid gedruis; oproer; opstand; opstootje; rebellie; rel; rumoer; tegenstand; tumult; verzet; volksoproer; volksopstand; vuistgevecht; weerstand
irregularidad ongeregeldheid bobbel; grilligheid; het onregelmatig-zijn; hobbel; hobbeligheid; luimigheid; oneffenheid; ongelijkheid; onregelmatigheid; ruwheid; wispelturigheid

Verwante woorden van "ongeregeldheid":


ongeregeldheid vorm van ongeregeld:

ongeregeld bijvoeglijk naamwoord

  1. ongeregeld (slordig; rommelig; onordelijk; wanordelijk; ordeloos)
    desordenado; sin orden; irregular; caótico; descuidado; desarreglado; en desorden
  2. ongeregeld
    desordenado; irregular; sin orden

Vertaal Matrix voor ongeregeld:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caótico ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk achterlijk; bandeloos; chaotisch; diffuus; door elkaar; dooreen; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; onverzorgd; rommelig; stupide; typisch; vaag waarneembaar; verwaarloosd; verwilderd; vreemd; zot
desarreglado ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk bandeloos; buiten gebruik; chaotisch; defect; door elkaar; dooreen; nalatig; onklaar; onordelijk; ordeloos; rommelig; stuk; verwilderd; wanordelijk
descuidado ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk armoedig; bandeloos; buiten beheer; flodderig; haveloos; laks; nalatig; nonchalant; onachtzaam; onbeheerd; onopgeruimd; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; slordig; verlopen; verwilderd
desordenado ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk bandeloos; chaotisch; diffuus; door elkaar; door elkaar heen; dooreen; dwaas; eigenaardig; gek; gewikkeld in; ingewikkeld; maf; mal; ongeordend; ongeorganiseerd; ongesystematiseerd; onordelijk; onverzorgd; ordeloos; rommelig; typisch; vaag waarneembaar; verwaarloosd; verwilderd; vreemd; wanordelijk
en desorden ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk asociaal; bandeloos; chaotisch; door elkaar; dooreen; in de war; onmaatschappelijk; onordelijk; onverzorgd; ordeloos; overhoop; rommelig; verwaarloosd; verwilderd; wanordelijk
irregular ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk bobbelig; bultig; hobbelig; niet naar verhouding; onevenredig
sin orden ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk bandeloos; chaotisch; ongeordend; ongeorganiseerd; ongesystematiseerd; onordelijk; onverzorgd; ordeloos; rommelig; verwaarloosd; verwilderd; wanordelijk

Verwante woorden van "ongeregeld":


Computer vertaling door derden: