Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. onervarenheid:
  2. onervaren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onervarenheid (Nederlands) in het Spaans

onervarenheid:

onervarenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de onervarenheid
    la inexperiencia

Vertaal Matrix voor onervarenheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inexperiencia onervarenheid onbevoegdheid; ondeskundigheid

Verwante woorden van "onervarenheid":


onervarenheid vorm van onervaren:

onervaren bijvoeglijk naamwoord

  1. onervaren (onbedreven; ongeoefend)
    inexperto; sin experiencia

Vertaal Matrix voor onervaren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inexperto ondeskundige
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inexperto onbedreven; onervaren; ongeoefend halfvolgroeid; halfwas; halfwassen; incapabel; incompetent; onbekwaam; ondeskundig; ongeschikt; ongeschoold; ongetraind
sin experiencia onbedreven; onervaren; ongeoefend ongeschoold; ongetraind

Verwante woorden van "onervaren":


Wiktionary: onervaren

onervaren
adjective
  1. ter zake nieuw

Cross Translation:
FromToVia
onervaren inexperto fledgling — inexperienced
onervaren verde green — inexperienced