Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
atrocidad
|
baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij
|
gruwel; gruweldaad; gruwelstuk; verfoeilijkheid; wandaad; wreedheid
|
barrabasada
|
baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij
|
|
bribonada
|
baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij
|
gekheid; guitenstreek; malligheid; schelmstuk
|
chiquillada
|
baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij
|
schalksheid; schelmsheid; snaaksheid
|
desafuero
|
baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij
|
straatschenderij; straatvandalisme
|
diablura
|
baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij
|
deugnieterij
|
diabluras
|
baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij
|
deugnieterij; grappigheid; kluchtigheid; koddigheid; snaaksheid; vermakelijkheid
|
exceso
|
baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij
|
agio; buitenissigheid; buitensporigheid; exces; grenzeloosheid; mateloosheid; onmatigheid; overdaad; overmaat; overschot; overvloed; rest; surplus; teveel; uitspatting; uitwas
|
gamberrada
|
baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij
|
gepest; geplaag; pesterij
|
picardía
|
baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; lelijkheid; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij; stoutheid
|
deugnieterij; gekheid; malligheid; schalksheid; schelmsheid; snaaksheid
|
tonteras
|
baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij
|
achterklap; achterlijkheid; deugnieterij; gebabbel; gekeuvel; geklap; geklep; geklets; gekwebbel; geroddel; idioterie; klap; klets; krankzinnigheid; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels; waanzin
|
travesura
|
baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; lelijkheid; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij; stoutheid
|
deugnieterij; schalksheid; schelmsheid; snaaksheid
|
travesuras
|
baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij
|
deugnieterij; grappigheid; kluchtigheid; koddigheid; snaaksheid; vermakelijkheid
|