Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. onderhandelen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onderhandelen (Nederlands) in het Spaans

onderhandelen:

onderhandelen werkwoord (onderhandel, onderhandelt, onderhandelde, onderhandelden, onderhandeld)

  1. onderhandelen (marchanderen; afdingen; pingelen; sjacheren; afpingelen)
    negociar; regatear

Conjugations for onderhandelen:

o.t.t.
  1. onderhandel
  2. onderhandelt
  3. onderhandelt
  4. onderhandelen
  5. onderhandelen
  6. onderhandelen
o.v.t.
  1. onderhandelde
  2. onderhandelde
  3. onderhandelde
  4. onderhandelden
  5. onderhandelden
  6. onderhandelden
v.t.t.
  1. heb onderhandeld
  2. hebt onderhandeld
  3. heeft onderhandeld
  4. hebben onderhandeld
  5. hebben onderhandeld
  6. hebben onderhandeld
v.v.t.
  1. had onderhandeld
  2. had onderhandeld
  3. had onderhandeld
  4. hadden onderhandeld
  5. hadden onderhandeld
  6. hadden onderhandeld
o.t.t.t.
  1. zal onderhandelen
  2. zult onderhandelen
  3. zal onderhandelen
  4. zullen onderhandelen
  5. zullen onderhandelen
  6. zullen onderhandelen
o.v.t.t.
  1. zou onderhandelen
  2. zou onderhandelen
  3. zou onderhandelen
  4. zouden onderhandelen
  5. zouden onderhandelen
  6. zouden onderhandelen
diversen
  1. onderhandel!
  2. onderhandelt!
  3. onderhandeld
  4. onderhandelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor onderhandelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
negociar handel; handeldrijven; handelsverkeer; koophandel; nering; ruilverkeer
regatear afbedelen; afsmeken; aftroggelen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
negociar afdingen; afpingelen; marchanderen; onderhandelen; pingelen; sjacheren ageren; bemiddelen; handel drijven; handelen; incalculeren; tussenkomen; verdisconteren
regatear afdingen; afpingelen; marchanderen; onderhandelen; pingelen; sjacheren afdingen; beknibbelen; dingen; knibbelen; knijpen; schrapen

Verwante definities voor "onderhandelen":

  1. erover praten en het eens proberen te worden1
    • werkgevers en werknemers onderhandelen over de lonen1

Wiktionary: onderhandelen


Cross Translation:
FromToVia
onderhandelen tratar; negociar treat — to negotiate
onderhandelen tratar traiter — Traductions à trier suivant le sens