Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- onderdelen:
- onderdeel:
-
Wiktionary:
- onderdelen → parafernalia
- onderdeel → componente
- onderdeel → componente, pieza, pedazo, parte
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor onderdelen (Nederlands) in het Spaans
onderdelen:
-
de onderdelen (samenstelling)
Vertaal Matrix voor onderdelen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
composición | onderdelen; samenstelling | assemblage; assembleren; bouw; constructie; design; montage; opbouw; opbouwen; samengesteld geheel; samenstelling; samenvoeging; structuur; vormgeving |
conjunto | onderdelen; samenstelling | allegaartje; benoemde set; combinatie; compilatie; complet; mengelmoes; samenraapsel; samenstelling; set; verzameling |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
conjunto | gezamenlijk; met z'n beiden; samen; tezamen |
Verwante woorden van "onderdelen":
Wiktionary: onderdelen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• onderdelen | → parafernalia | ↔ paraphernalia — miscellaneous items |
onderdeel:
-
het onderdeel (basisbestanddeel; component; deel; bestanddeel; ingrediënt; stuk; element; fractie)
-
het onderdeel
-
het onderdeel
Vertaal Matrix voor onderdeel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
componente fundamental | basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk | |
elemento básico | basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk | basiselement; basismateriaal |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
componente | onderdeel | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
pieza suelta | onderdeel |
Verwante woorden van "onderdeel":
Wiktionary: onderdeel
onderdeel
Cross Translation:
noun
-
deel van een groter geheel
- onderdeel → componente
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• onderdeel | → componente | ↔ component — smaller, self-contained part of larger entity |
• onderdeel | → pieza; pedazo | ↔ piece — part of a larger whole |
• onderdeel | → parte | ↔ Teil — oft im Zusammenhang mit leblosen Gegenständen: ein Element, Stück eines Ganzen |