Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. onbevoegdheid:
  2. onbevoegd:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onbevoegdheid (Nederlands) in het Spaans

onbevoegdheid:

onbevoegdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de onbevoegdheid
    la incompetencia; la inexperiencia

Vertaal Matrix voor onbevoegdheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
incompetencia onbevoegdheid incompetentie; onbekwaamheid; ondeskundigheid; ongeschiktheid
inexperiencia onbevoegdheid ondeskundigheid; onervarenheid

Verwante woorden van "onbevoegdheid":


onbevoegd:

onbevoegd bijvoeglijk naamwoord

  1. onbevoegd (incompetent)
    incompetente; sin permiso; no apto; no autorizado

Vertaal Matrix voor onbevoegd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
incompetente incompetent; onbevoegd incapabel; incompetent; onbekwaam; ondeskundig; ongeschikt
no apto incompetent; onbevoegd gebrekkig; ondeugdelijk
no autorizado incompetent; onbevoegd
sin permiso incompetent; onbevoegd

Verwante woorden van "onbevoegd":


Computer vertaling door derden: