Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. onbelangrijk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onbelangrijk (Nederlands) in het Spaans

onbelangrijk:

onbelangrijk bijvoeglijk naamwoord

  1. onbelangrijk (triviaal; futiel; nietsbetekenend; )
    corriente; banal

Vertaal Matrix voor onbelangrijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
corriente instroming; instroom; luchtzuiging; tocht; toestroom; trek
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banal futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend banaal; grof; laag; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vuig; vunzig
corriente futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend actuele; courant; eigentijds; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; hedendaags; hedendaagse; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lopend; modern; normaal; onedel

Verwante woorden van "onbelangrijk":

  • onbelangrijkheid, onbelangrijker, onbelangrijkere, onbelangrijkst, onbelangrijkste, onbelangrijke

Wiktionary: onbelangrijk


Cross Translation:
FromToVia
onbelangrijk insignificante insignificant — not significant; not important
onbelangrijk insignificante nugatory — trivial, trifling
onbelangrijk tenue tenuous — thin in substance or consistency
onbelangrijk → [[sin importancia]] unimportant — not important or noteworthy
onbelangrijk frívolo frivole — Qui est vain ; qui n’a nulle importance.
onbelangrijk menor mineur — militaire|fr Qui concerne les mines.
onbelangrijk vanidoso vaniteux — Personne vaniteuse.

Verwante vertalingen van onbelangrijk