Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. omvlechten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor omvlechten (Nederlands) in het Spaans

omvlechten:

omvlechten werkwoord (omvlecht, omvlocht, omvlochten, omvlochten)

  1. omvlechten
    enlazar

Conjugations for omvlechten:

o.t.t.
  1. omvlecht
  2. omvlecht
  3. omvlecht
  4. omvlechten
  5. omvlechten
  6. omvlechten
o.v.t.
  1. omvlocht
  2. omvlocht
  3. omvlocht
  4. omvlochten
  5. omvlochten
  6. omvlochten
v.t.t.
  1. heb omvlochten
  2. hebt omvlochten
  3. heeft omvlochten
  4. hebben omvlochten
  5. hebben omvlochten
  6. hebben omvlochten
v.v.t.
  1. had omvlochten
  2. had omvlochten
  3. had omvlochten
  4. hadden omvlochten
  5. hadden omvlochten
  6. hadden omvlochten
o.t.t.t.
  1. zal omvlechten
  2. zult omvlechten
  3. zal omvlechten
  4. zullen omvlechten
  5. zullen omvlechten
  6. zullen omvlechten
o.v.t.t.
  1. zou omvlechten
  2. zou omvlechten
  3. zou omvlechten
  4. zouden omvlechten
  5. zouden omvlechten
  6. zouden omvlechten
en verder
  1. ben omvlochten
  2. bent omvlochten
  3. is omvlochten
  4. zijn omvlochten
  5. zijn omvlochten
  6. zijn omvlochten
diversen
  1. omvlecht!
  2. omvlecht!
  3. omvlochten
  4. omvlechtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor omvlechten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enlazar omvlechten aangaan; aanknopen; dichtrijgen; dichtsnoeren; ineenvlechten; inhaken; rijgen; samenweven; toesnoeren; verbinden; vervlechten; verweven