Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. om de tuin leiden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor om de tuin leiden (Nederlands) in het Spaans

om de tuin leiden:

om de tuin leiden werkwoord (leid om de tuin, leidt om de tuin, leidde om de tuin, leidden om de tuin, om de tuin geleid)

  1. om de tuin leiden (misleiden; op een dwaalspoor zetten)
    engañar

Conjugations for om de tuin leiden:

o.t.t.
  1. leid om de tuin
  2. leidt om de tuin
  3. leidt om de tuin
  4. leiden om de tuin
  5. leiden om de tuin
  6. leiden om de tuin
o.v.t.
  1. leidde om de tuin
  2. leidde om de tuin
  3. leidde om de tuin
  4. leidden om de tuin
  5. leidden om de tuin
  6. leidden om de tuin
v.t.t.
  1. ben om de tuin geleid
  2. bent om de tuin geleid
  3. is om de tuin geleid
  4. zijn om de tuin geleid
  5. zijn om de tuin geleid
  6. zijn om de tuin geleid
v.v.t.
  1. was om de tuin geleid
  2. was om de tuin geleid
  3. was om de tuin geleid
  4. waren om de tuin geleid
  5. waren om de tuin geleid
  6. waren om de tuin geleid
o.t.t.t.
  1. zal om de tuin leiden
  2. zult om de tuin leiden
  3. zal om de tuin leiden
  4. zullen om de tuin leiden
  5. zullen om de tuin leiden
  6. zullen om de tuin leiden
o.v.t.t.
  1. zou om de tuin leiden
  2. zou om de tuin leiden
  3. zou om de tuin leiden
  4. zouden om de tuin leiden
  5. zouden om de tuin leiden
  6. zouden om de tuin leiden
en verder
  1. heb om de tuin geleid
  2. hebt om de tuin geleid
  3. heeft om de tuin geleid
  4. hebben om de tuin geleid
  5. hebben om de tuin geleid
  6. hebben om de tuin geleid
diversen
  1. leid om de tuin!
  2. leidt om de tuin!
  3. om de tuin geleid
  4. om de tuin leidend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor om de tuin leiden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
engañar misleiden; om de tuin leiden; op een dwaalspoor zetten aanpakken; afzetten; bedonderen; bedotten; bedriegen; bedrogen worden; beduvelen; beetgrijpen; beetnemen; beetpakken; belazeren; besodemieteren; buitmaken; flessen; foppen; grijpen; in de maling nemen; misleiden; oplichten; te pakken nemen; tillen; vangen; vastgrijpen; vastnemen; vastpakken; vatten; verneuken; voor de gek houden; wijsmaken; zwendelen

Verwante vertalingen van om de tuin leiden