Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- offer:
- offeren:
-
Wiktionary:
- offer → sacrificio, libación
- offer → sacrificio
- offeren → sacrificar, inmolar, ofrecer, regalar, ofertar, ofrendar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor offer (Nederlands) in het Spaans
offer:
-
het offer (offerande)
-
het offer (opoffering)
Vertaal Matrix voor offer:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
oblación | offer; offerande | |
ofrenda | offer; offerande; opoffering | offeren |
sacrificio | offer; offerande; opoffering | offeren |
Verwante woorden van "offer":
Wiktionary: offer
offer
Cross Translation:
noun
-
een gave aan een godheid
- offer → sacrificio; libación
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• offer | → sacrificio | ↔ sacrifice — something sacrificed |
offeren:
-
offeren
ofrecer; sacrificar; inmolar; ofrendar-
ofrecer werkwoord
-
sacrificar werkwoord
-
inmolar werkwoord
-
ofrendar werkwoord
-
Conjugations for offeren:
o.t.t.
- offer
- offert
- offert
- offeren
- offeren
- offeren
o.v.t.
- offerde
- offerde
- offerde
- offerden
- offerden
- offerden
v.t.t.
- heb geofferd
- hebt geofferd
- heeft geofferd
- hebben geofferd
- hebben geofferd
- hebben geofferd
v.v.t.
- had geofferd
- had geofferd
- had geofferd
- hadden geofferd
- hadden geofferd
- hadden geofferd
o.t.t.t.
- zal offeren
- zult offeren
- zal offeren
- zullen offeren
- zullen offeren
- zullen offeren
o.v.t.t.
- zou offeren
- zou offeren
- zou offeren
- zouden offeren
- zouden offeren
- zouden offeren
en verder
- ben geofferd
- bent geofferd
- is geofferd
- zijn geofferd
- zijn geofferd
- zijn geofferd
diversen
- offer!
- offert!
- geofferd
- offerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
offeren
Vertaal Matrix voor offeren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ofrenda | offeren | offer; offerande; opoffering |
sacrificio | offeren | offer; offerande; opoffering |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
inmolar | offeren | opgeven; opofferen; prijsgeven |
ofrecer | offeren | aanbieden; aangeven; aanreiken; afgeven; beloven; bieden; geven; indienen; laten zien; offreren; opgeven; opofferen; overgeven; overhandigen; presenteren; prijsgeven; toesteken; toezeggen; tonen; uitloven; voorleggen |
ofrendar | offeren | opgeven; opofferen; prijsgeven |
sacrificar | offeren | opgeven; opofferen; overleveren; prijsgeven; slachten |
Verwante woorden van "offeren":
Wiktionary: offeren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• offeren | → sacrificar; inmolar | ↔ immolate — kill as sacrifice |
• offeren | → sacrificar | ↔ sacrifice — to offer as a gift to a deity |
• offeren | → sacrificar | ↔ sacrifice — to give away something valuable in order to gain something else of value |
• offeren | → ofrecer; regalar; ofertar; ofrendar | ↔ offrir — présenter quelque chose à quelqu’un, souhaiter qu’il l’accepter. |
• offeren | → sacrificar; ofrendar | ↔ sacrifier — Traductions à trier suivant le sens |
Computer vertaling door derden: