Nederlands
Uitgebreide vertaling voor normeren (Nederlands) in het Spaans
normeren:
-
normeren
unificar; normalizar; colocar normalmente-
unificar werkwoord
-
normalizar werkwoord
-
colocar normalmente werkwoord
-
Conjugations for normeren:
o.t.t.
- normeer
- normeert
- normeert
- normeren
- normeren
- normeren
o.v.t.
- normeerde
- normeerde
- normeerde
- normeerden
- normeerden
- normeerden
v.t.t.
- heb genormeerd
- hebt genormeerd
- heeft genormeerd
- hebben genormeerd
- hebben genormeerd
- hebben genormeerd
v.v.t.
- had genormeerd
- had genormeerd
- had genormeerd
- hadden genormeerd
- hadden genormeerd
- hadden genormeerd
o.t.t.t.
- zal normeren
- zult normeren
- zal normeren
- zullen normeren
- zullen normeren
- zullen normeren
o.v.t.t.
- zou normeren
- zou normeren
- zou normeren
- zouden normeren
- zouden normeren
- zouden normeren
en verder
- is genormeerd
- zijn genormeerd
diversen
- normeer!
- normeert!
- genormeerd
- normerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor normeren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
colocar normalmente | normeren | standaard aanbrengen |
normalizar | normeren | gelijk trekken; normaliseren; regulariseren; standaard aanbrengen; standaardiseren |
unificar | normeren | standaard aanbrengen |
Wiktionary: normeren
normeren
verb
-
(overgankelijk) een norm vaststellen voor
- normeren → normar