Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- nogmaals:
-
Wiktionary:
- nogmaals → otra vez
- nogmaals → nuevamente, de nuevo, otra vez
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor nogmaals (Nederlands) in het Spaans
nogmaals:
-
nogmaals (weer; andermaal; opnieuw; wederom)
otra vez; una vez más; de nuevo; por segunda vez-
otra vez bijvoeglijk naamwoord
-
una vez más bijvoeglijk naamwoord
-
de nuevo bijvoeglijk naamwoord
-
por segunda vez bijvoeglijk naamwoord
-
-
nogmaals
una vez más-
una vez más bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor nogmaals:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | opnieuw | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
de nuevo | herhalend; nogmaals | |
otra vez | herhalend; nogmaals | |
- | alweer; over | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
de nuevo | andermaal; nogmaals; opnieuw; wederom; weer | opnieuw; overnieuw; weer |
otra vez | andermaal; nogmaals; opnieuw; wederom; weer | alweer; andermaal; opnieuw; overnieuw |
por segunda vez | andermaal; nogmaals; opnieuw; wederom; weer | |
una vez más | andermaal; nogmaals; opnieuw; wederom; weer |