Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
actividad
|
ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid
|
Windows Workflow Foundation-activiteit; activiteit; ambacht; arbeid; bedrijvigheid; bezigheid; grote daad; inspanning; métier; prestatie; roerigheid; stiel; taak; vak; verrichting; voortvarendheid; werk; werken; werking; werkstroomactiviteit; werkzaamheid; zakelijke activiteit
|
afanoso
|
ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid
|
|
ardor
|
ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid
|
aandrift; begeren; bruine rot; daadkracht; drift; driftstroom; elan; energie; esprit; felheid; fut; gloed; gloeiing; hartstocht; heftigheid; hevigheid; hitte; houtrot; instinct; intensiteit; kracht; lust; momentum; passie; pit; puf; seksuele begeerte; smachten; verlangen; vlam; voortgedreven vee; vuur; warmte; wensen; werklust; ziel; zucht
|
asiduidad
|
ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid
|
|
entusiasmo
|
ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid
|
aandrift; animo; belangstelling; betovering; bevlogenheid; bezieling; daadkracht; elan; energie; enthousiasme; esprit; extase; fascinatie; fut; geboeidheid; gedrevenheid; geestdrift; geestvervoering; gloed; interesse; kracht; krachtdadigheid; momentum; opgetogenheid; pit; puf; trance; uitbundigheid; uitgelatenheid; verrukking; vervoering; vlam; voortvarendheid; vuur; werklust; zin
|
intensidad
|
ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid
|
felheid; gedrevenheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht
|
obra
|
ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid
|
ambacht; arbeid; bezigheid; hobby; inspanning; job; karwei; loonarbeid; loonwerk; opus; pennenvrucht; taak; vak; werk; werkzaamheid
|
ímpetu
|
ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid
|
elan; felheid; gedrevenheid; gloed; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht; onbeheerstheid; onbesuisdheid; overmoed; pit; roekeloosheid; vermetelheid; vlam; vuur; waaghalzerij
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afanoso
|
|
ambitieus; eerzuchtig; hoogvliegend; streverig; toegewijd
|