Nederlands
Uitgebreide vertaling voor niet oppassen (Nederlands) in het Spaans
niet oppassen:
-
niet oppassen (zitten suffen)
Conjugations for niet oppassen:
o.t.t.
- pas niet op
- past niet op
- past niet op
- passen niet op
- passen niet op
- passen niet op
o.v.t.
- paste niet op
- paste niet op
- paste niet op
- pasten niet op
- pasten niet op
- pasten niet op
v.t.t.
- heb niet opgepast
- hebt niet opgepast
- heeft niet opgepast
- hebben niet opgepast
- hebben niet opgepast
- hebben niet opgepast
v.v.t.
- had niet opgepast
- had niet opgepast
- had niet opgepast
- hadden niet opgepast
- hadden niet opgepast
- hadden niet opgepast
o.t.t.t.
- zal niet oppassen
- zult niet oppassen
- zal niet oppassen
- zullen niet oppassen
- zullen niet oppassen
- zullen niet oppassen
o.v.t.t.
- zou niet oppassen
- zou niet oppassen
- zou niet oppassen
- zouden niet oppassen
- zouden niet oppassen
- zouden niet oppassen
diversen
- pas niet op!
- past niet op!
- niet opgepast
- niet oppassend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor niet oppassen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
soñar despierto | dagdromen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
estar en la luna | niet oppassen; zitten suffen | doezelen; dommelen; dutten; sluimeren; soezen |
soñar despierto | niet oppassen; zitten suffen | doezelen; dommelen; dutten; een dutje doen; sluimeren; soezen |
Computer vertaling door derden: