Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cadena
|
net; televisiekanaal
|
aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; aaneenschakeling; boei; halsketting; halssieraad; halssnoer; keten; ketting; kettinkje; kluister; snoer; tekenreeks
|
claro
|
|
helderheid; klaarheid; lichtsterkte
|
cuidado
|
|
aandacht; aanschouwen; attentie; bedachtzaamheid; behoedzaamheid; bezonnenheid; observeren; oplettendheid; opmerkzaamheid; verschaffing; verzorging; voorzichtigheid; voorziening; waakzaamheid; zien; zorg; zorgvuldigheid
|
honesto
|
|
eerlijke; rechtschapene
|
justo
|
|
eerlijke; rechtschapene; rechtvaardige
|
red
|
net; netwerk; televisiekanaal
|
netwerk; spint
|
telaraña
|
net; televisiekanaal
|
rag; spinnenweb; spinrag; spinsel; spint; web
|
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
-
|
exact; laatst; nauw; precies
|
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
-
|
nauwelijks; onlangs; zojuist
|
|
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
justo
|
|
precies goed
|
-
|
pas
|
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
casto
|
kuis; net; rein; schoon
|
gekuist; kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; vlekkeloos; zuiver
|
claro
|
kuis; net; rein; schoon
|
'tuurlijk; aanschouwelijk; algemeen begrijpbaar; allicht; begrepen; begrijpelijk; bevatbaar; bevattelijk; bijgevolg; blank; bleek; cru; direct; doorgrond; doorzien; duidelijk; dus; echt; eenduidig; flagrant; gevat; gewoonweg; helder; herkenbaar; heus; inzichtelijk; klaar; klaar als een klontje; klare; klinkklaar; licht; lichtgevend; logisch; lumineus; natuurlijk; niet donker; onbewimpeld; onbewolkt; ondubbelzinnig; ongelakt; onmiskenbaar; onomwonden; onontkomelijk; onverbloemd; onverholen; onvermengd; onversneden; open; openhartig; openlijk; oprecht; overduidelijk; overzichtelijk; pips; pure; puur; recht door zee; rechttoe; rechttoe rechtaan; regelrecht; ronduit; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uiteraard; uitgeslapen; vanzelfsprekend; verhelderend; verstaanbaar; vrij; vrijelijk; vrijuit; werkelijk; zeker; zo klaar als een klontje; zonder twijfel; zonneklaar; zuiver; zuivere
|
con exactitud
|
accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig
|
accuraat; consciëntieus; exact; gedetailleerd; gewetensvol; juist; met een scherp oog; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; scrupuleus; secuur; zorgvuldig
|
con mucho cuidado
|
accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig
|
accuraat; angstvallig; consciëntieus; gedetailleerd; gewetensvol; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; scrupuleus; secuur; zorgvuldig
|
con precisión
|
accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig
|
accuraat; consciëntieus; exact; gedetailleerd; gewetensvol; juist; met een scherp oog; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; scrupuleus; secuur; voorzichtig; zorgvuldig
|
concienzudo
|
accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig
|
accuraat; conscientieus; degelijk; deugdelijk; gedegen; gedetailleerd; grondig; klemmend; met grote juistheid; met klem; met nadruk; met zorg; minutieus; nadrukkelijk; nauwgezet; nauwkeurig; precies; secuur; uitdrukkelijk; van goede hoedanigheid; zorgvuldig
|
cuidado
|
kuis; net; rein; schoon
|
onderhouden; proper; schoon; sec; verzorgd; zindelijk
|
cuidadoso
|
accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig
|
accuraat; bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; consciëntieus; gedetailleerd; gewetensvol; grondig; kommervol; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; omzichtig; precies; scrupuleus; secuur; vol zorgen; voorzichtig; zorgvuldig
|
escrupuloso
|
accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig
|
accuraat; angstvallig; conscientieus; exact; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; punctueel; secuur; stipt; strikt; zorgvuldig
|
exacto
|
accuraat; juist; krek; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig
|
accuraat; afgepast; correct; exact; gedetailleerd; goed; haarfijn; juist; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwkeurig geteld; nauwlettend; precies; ragfijn; secuur; stipt; trefzeker; zorgvuldig
|
hace poco tiempo
|
daarnet; juist; net; pas; zojuist; zonet
|
|
honesto
|
kuis; net; rein; schoon
|
betamelijk; betrouwbaar; braaf; braafjes; degelijk; degelijke; deugdelijk; deugdzaam; echt; eerbaar; eerlijk; eerzaam; fair; fatsoenlijk; fideel; gedegen; geschikt; in hart en nieren; integer; keurig; kies; kuis; netjes; onbesproken; ongeveinsd; onkreukbaar; open; openhartig; oprecht; ordentelijk; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; respectabel; rondborstig; tof; trouwhartig; van goede hoedanigheid; welgevoeglijk; welvoeglijk; zedig
|
inmaculado
|
kuis; net; rein; schoon
|
bacteriënvrij; gekuist; hygienisch; kiemvrij; kuis; maagdelijk; onbesmet; onbevlekt; onbezoedeld; onschuldig; puur; rein; schoon; vlekkeloos; vrij van ziektekiemen; zuiver
|
justamente
|
daarnet; juist; krek; net; pas; precies; zojuist; zonet
|
correct; goed; juist; precies
|
justo
|
kuis; net; rein; schoon
|
afgepast; billijk; contemplatief; correct; eerlijk; fair; ferm; fideel; fiks; flink; gegrond; geldig; gepast; gerechtvaardigd; geschikt; gewettigd; goed; juist; keurig; net aan; netjes; openhartig; oprecht; precies; rechtmatig; rechtvaardig; redelijk; rondborstig; schappelijk; stevig; terecht; trouwhartig; valide; wetmatig; wettig
|
limpio
|
kuis; net; rein; schoon
|
fatsoenlijk; gekuist; gereinigd; hygienisch; keurig; kuis; netjes; onbesmet; onbevlekt; onschuldig; onvermengd; onversneden; ordentelijk; proper; pure; rein; schoon; sec; vlekkeloos; zindelijk; zorgvuldig; zuiver; zuivere
|
meticuloso
|
accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig
|
accuraat; angstvallig; gedetailleerd; grondig; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur; stipt; zorgvuldig
|
minucioso
|
accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig
|
accuraat; conscientieus; gedetailleerd; grondig; in details; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur; stipt; uitgewerkt; voorzichtig; zorgvuldig
|
precisamente
|
juist; krek; net; precies
|
gehaaid; geslepen; gewiekst; juist; kloppend; leep; precies; sluw; uitgerekend; waar
|
preciso
|
accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig
|
accuraat; exact; gevat; haarfijn; juist; met een scherp oog; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; noodzakelijkerwijs; precies; ragfijn; scherpzinnig; schrander; secuur; slim; snedig; trefzeker; uitgeslapen; voorzichtig; zorgvuldig
|
pulcro
|
kuis; net; rein; schoon
|
correct; fatsoenlijk; keurig; kuis; maagdelijk; netjes; onberispelijk; onbesproken; onbevlekt; onschuldig; ordentelijk; puur; rein; sec; zuiver
|
puntual
|
accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig
|
accuraat; conscientieus; exact; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; onverwijld; precies; punctueel; secuur; stipt; strikt; zorgvuldig
|
puro
|
kuis; net; rein; schoon
|
baarlijk; blank; echt; eerlijk; fideel; gaaf; gewoonweg; klinkklaar; kuis; louter; maagdelijk; onaangeraakt; onbesmet; onbevlekt; onbewimpeld; onbezwaard; ongelakt; ongerept; onomwonden; onschuldig; onverbloemd; onverholen; onvermengd; onversneden; onvervalst; onzinnig; openhartig; oprecht; pure; puur; rechttoe; rein; rondborstig; ronduit; ruiterlijk; trouwhartig; virginaal; vlekkeloos; zuiver; zuivere
|
púdico
|
kuis; net; rein; schoon
|
hygienisch; kuis; rein; schoon; zuiver
|
recien
|
net; nog maar pas
|
|
recientemente
|
net; nog maar pas
|
kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk
|