Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. modder:
  2. modderen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor modder (Nederlands) in het Spaans

modder:

modder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de modder (bagger; slib; prut; slik; slijk)
    el rémora; el barro; el sedimento
    • rémora [el ~] zelfstandig naamwoord
    • barro [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sedimento [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor modder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barro bagger; modder; prut; slib; slijk; slik aarde; aardkorst; bodem; grond; klei; leem; tegelaarde
rémora bagger; modder; prut; slib; slijk; slik
sedimento bagger; modder; prut; slib; slijk; slik afzetsel; bezinksel; depot; drab; droesem; grondsop; hemelwater; koffiedik; neerslag; prut; regen; residu; sediment; zetsel

Verwante woorden van "modder":


Wiktionary: modder


Cross Translation:
FromToVia
modder fango; barro; lodo mud — mixture of soil and water
modder lodo; barro Matsch — (umgangssprachlich) nasse Erde; dickflüssiger, breiiger Schmutz
modder lodo; barro Schlamm — mit Wasser vermischte Erde, Dreck, Schmutz, Morast
modder barro; lodo; fango bouefange des rue et des chemins, formée d'un mélange plus ou moins consistant de terre, sable, matière organique et d'eau.
modder fango fange — Couche épaisse de boue

modderen:

modderen werkwoord (modder, moddert, modderde, modderden, gemodderd)

  1. modderen
    manipular; chapucear

Conjugations for modderen:

o.t.t.
  1. modder
  2. moddert
  3. moddert
  4. modderen
  5. modderen
  6. modderen
o.v.t.
  1. modderde
  2. modderde
  3. modderde
  4. modderden
  5. modderden
  6. modderden
v.t.t.
  1. heb gemodderd
  2. hebt gemodderd
  3. heeft gemodderd
  4. hebben gemodderd
  5. hebben gemodderd
  6. hebben gemodderd
v.v.t.
  1. had gemodderd
  2. had gemodderd
  3. had gemodderd
  4. hadden gemodderd
  5. hadden gemodderd
  6. hadden gemodderd
o.t.t.t.
  1. zal modderen
  2. zult modderen
  3. zal modderen
  4. zullen modderen
  5. zullen modderen
  6. zullen modderen
o.v.t.t.
  1. zou modderen
  2. zou modderen
  3. zou modderen
  4. zouden modderen
  5. zouden modderen
  6. zouden modderen
diversen
  1. modder!
  2. moddert!
  3. gemodderd
  4. modderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor modderen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chapucear modderen aanklooien; aanmodderen; aanrommelen; aanrotzooien; afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; broddelen; kladden; klooien; knoeien; morsen; neppen; omlijnen; prutsen; rommelen; rotzooi maken; rotzooien; scharrelen; vlekken
manipular modderen manipuleren

Verwante woorden van "modderen":


Wiktionary: modderen


Cross Translation:
FromToVia
modderen arruinar; chapucear; chafallar gâcher — maçonnerie|fr délayer du plâtre, du mortier avec de l’eau.