Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. misdrijven:
  2. misdrijf:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor misdrijven (Nederlands) in het Spaans

misdrijven:

misdrijven werkwoord (misdrijf, misdrijft, misdreef, misdreven, misdreven)

  1. misdrijven (kwaad doen)
    ofender; hacer mal

Conjugations for misdrijven:

o.t.t.
  1. misdrijf
  2. misdrijft
  3. misdrijft
  4. misdrijven
  5. misdrijven
  6. misdrijven
o.v.t.
  1. misdreef
  2. misdreef
  3. misdreef
  4. misdreven
  5. misdreven
  6. misdreven
v.t.t.
  1. heb misdreven
  2. hebt misdreven
  3. heeft misdreven
  4. hebben misdreven
  5. hebben misdreven
  6. hebben misdreven
v.v.t.
  1. had misdreven
  2. had misdreven
  3. had misdreven
  4. hadden misdreven
  5. hadden misdreven
  6. hadden misdreven
o.t.t.t.
  1. zal misdrijven
  2. zult misdrijven
  3. zal misdrijven
  4. zullen misdrijven
  5. zullen misdrijven
  6. zullen misdrijven
o.v.t.t.
  1. zou misdrijven
  2. zou misdrijven
  3. zou misdrijven
  4. zouden misdrijven
  5. zouden misdrijven
  6. zouden misdrijven
diversen
  1. misdrijf!
  2. misdrijft!
  3. misdreven
  4. misdrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor misdrijven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hacer mal kwaad doen; misdrijven aandoen; aanmodderen; afbakenen; afpalen; afzetten; bedotten; begrenzen; belasteren; benadelen; broddelen; duperen; grieven; iets misdoen; kladden; knauwen; knoeien; krenken; kwaad doen; kwaadspreken; kwetsen; lasteren; misdragen; morsen; nadeel toebrengen; nadelig zijn; neppen; omlijnen; pijn bezorgen; pijn doen; prutsen; rommelen; schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden; smaden; tillen; vlekken; zeer doen
ofender kwaad doen; misdrijven belasteren; benadelen; deren; duperen; grieven; krenken; kwaadspreken; kwetsen; lasteren; nadeel berokkenen; nadeel toebrengen; pijn doen; schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden; smaden; zeer doen

Verwante woorden van "misdrijven":


misdrijf:

misdrijf [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het misdrijf (misdaad; vergrijp; overtreding; )
    el delito; el crimen; la infracción; el acto de violencia

Vertaal Matrix voor misdrijf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acto de violencia delict; misdaad; misdrijf; overtreding; schanddaad; vergrijp; wandaad; wetsovertreding gewelddaad; gewelddadigheid; geweldpleging
crimen delict; misdaad; misdrijf; overtreding; schanddaad; vergrijp; wandaad; wetsovertreding crime; euveldaad; gruwel; gruweldaad; misdraging; wandaad; wangedrag; wreedheid
delito delict; misdaad; misdrijf; overtreding; schanddaad; vergrijp; wandaad; wetsovertreding aantasting; delict; gruwel; gruweldaad; inbreuk; misdraging; overtreding; schending; schennis; verdragsschending; vergrijp; wandaad; wangedrag; wreedheid
infracción delict; misdaad; misdrijf; overtreding; schanddaad; vergrijp; wandaad; wetsovertreding aantasting; delict; inbreuk; overtreding; schending; schennis; verdragsschending; vergrijp

Verwante woorden van "misdrijf":


Verwante definities voor "misdrijf":

  1. ernstige slechte daad die strafbaar is1
    • iemand vermoorden is een misdrijf1

Wiktionary: misdrijf

misdrijf
noun
  1. een misdaad of delict

Computer vertaling door derden: