Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- mis:
- missen:
-
Wiktionary:
- mis → misa
- mis → misa, incorrecto, falso, equivocado
- missen → errar, perder
- missen → carecer, faltar, errar, extrañar, echar de menos, perder, echar, menos, haber de menos
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor mis (Nederlands) in het Spaans
mis:
-
de mis (dienst; kerkviering)
-
mis (onjuist; verkeerd; foutief; ten onrechte; fout; ernaast; onwaar)
falso; incorrecto; travieso; equivocado; erróneo; equivocadamente; impropio; inexacto-
falso bijvoeglijk naamwoord
-
incorrecto bijvoeglijk naamwoord
-
travieso bijvoeglijk naamwoord
-
equivocado bijvoeglijk naamwoord
-
erróneo bijvoeglijk naamwoord
-
equivocadamente bijvoeglijk naamwoord
-
impropio bijvoeglijk naamwoord
-
inexacto bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor mis:
Verwante woorden van "mis":
Wiktionary: mis
mis
Cross Translation:
noun
-
een godsdienstoefening in de katholieke kerk, een eucharistieviering
- mis → misa
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• mis | → misa | ↔ Mass — (Roman Catholic Church) the principal liturgical service |
• mis | → misa | ↔ mass — religion: Eucharist |
• mis | → misa | ↔ mass — religion: celebration of the Eucharist |
• mis | → incorrecto; falso; equivocado | ↔ wrong — incorrect |
• mis | → misa | ↔ messe — (christianisme) rite catholique qui commémore la mort de Jésus-Christ, et qui se fait par le ministère du prêtre devant un autel. |
mis vorm van missen:
-
missen (vermissen)
desaparecer-
desaparecer werkwoord
-
-
missen (iets mislopen; mislopen)
Conjugations for missen:
o.t.t.
- mis
- mist
- mist
- missen
- missen
- missen
o.v.t.
- miste
- miste
- miste
- misten
- misten
- misten
v.t.t.
- heb gemist
- hebt gemist
- heeft gemist
- hebben gemist
- hebben gemist
- hebben gemist
v.v.t.
- had gemist
- had gemist
- had gemist
- hadden gemist
- hadden gemist
- hadden gemist
o.t.t.t.
- zal missen
- zult missen
- zal missen
- zullen missen
- zullen missen
- zullen missen
o.v.t.t.
- zou missen
- zou missen
- zou missen
- zouden missen
- zouden missen
- zouden missen
diversen
- mis!
- mist!
- gemist
- missend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor missen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
desaparecer | afsterven; tenietgaan; uitvallen; wegvallen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
desaparecer | missen; vermissen | aanrekenen; aanwrijven; achteruitgaan; afnemen; bezwijken; declineren; doodgaan; doorleven; doorstaan; heengaan; iemand iets verwijten; inslapen; kwalijk nemen; minder worden; omkomen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; verdragen; verduren; verdwijnen; verhuizen; verkassen; verteren; wegvallen |
pasar por alto | iets mislopen; mislopen; missen | achterhouden; over het hoofd zien; overheen springen; overslaan; overspringen; verhelen; verzwijgen; voorbijzien; weglaten |
perderse | iets mislopen; mislopen; missen | afgaan; de weg kwijtraken; erbij inschieten; falen; floppen; in de puree lopen; kwijt raken; kwijtraken; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; teloorgaan; verdwalen; verkeerd gaan; verkeerd lopen; verliezen; verloren gaan; wegraken; zoek raken; zoekraken |
Verwante woorden van "missen":
Antoniemen van "missen":
Verwante definities voor "missen":
Wiktionary: missen
missen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• missen | → carecer; faltar | ↔ lack — be without, need, require |
• missen | → errar | ↔ miss — to fail to hit |
• missen | → extrañar; echar de menos | ↔ miss — to feel the absence of someone or something |
• missen | → perder | ↔ miss — to be late for something |
• missen | → echar; menos | ↔ entbehren — K|trans.|gehoben das Nichtvorhandensein einer Person beziehungsweise einer Sache als persönlichen Mangel empfindend erdulden müssen |
• missen | → carecer; faltar; perder; haber de menos | ↔ manquer — (vieilli) faillir, tomber en faute. |
• missen | → perder | ↔ rater — Ne pas partir, en parlant d’une arme à feu. (Sens général). |