Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
arrojar
|
|
gesmijt
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
agitar
|
met de hand groeten; zwaaien
|
agiteren; beroeren; deinen; golven; in beroering brengen; nerveus maken; oppoken; opstoken; roeren; verroeren; wuiven; zwaaien
|
arrojar
|
met de hand groeten; zwaaien
|
afsmijten; afwerpen; begeleiden; braken; deinen; deponeren; golven; keilen; kotsen; kwakken; leiden; meevoeren; naar beneden gooien; naar beneden werpen; neergooien; neerkwakken; neerleggen; neerwerpen; omlaag werpen; omwisselen; op de grond gooien; overgeven; smakken; smijten; spugen; uitbraken; uitgooien; uitwerpen; voeren; vomeren; wankelen; weggooien; wegsmijten; wisselen
|
blandir
|
met de hand groeten; zwaaien
|
deinen; golven; heen-en-weer-zwaaien; wenken; wiegelen
|
borbotear de
|
met de hand groeten; zwaaien
|
deinen; golven; golvend bewegen
|
borbotear por
|
met de hand groeten; zwaaien
|
deinen; golven; golvend bewegen
|
dar bandazos
|
met de hand groeten; zwaaien
|
deinen; golven; naar beneden werpen; neerwerpen; omlaag werpen; omwisselen; slippen; smijten; uitglijden; wiegelen; wisselen
|
moverse continuamente
|
met de hand groeten; zwaaien
|
deinen; fluctueren; golven; variëren; wankelen; wiegelen
|
ondear
|
met de hand groeten; zwaaien
|
deinen; fladderen; golven; golvend bewegen; wapperen
|
ondularse
|
met de hand groeten; zwaaien
|
deinen; golven; golvend bewegen
|
renguear
|
met de hand groeten; zwaaien
|
deinen; golven; omwisselen; wankelen; wiegelen; wisselen
|
saludar con la mano
|
met de hand groeten; zwaaien
|
deinen; golven; wuiven; zwaaien
|