Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- merendeels:
- merendeel:
-
Wiktionary:
- merendeel → mayoría
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor merendeels (Nederlands) in het Spaans
merendeels:
-
merendeels (voor het grootste gedeelte)
mayoritariamente; en gran parte; en la mayoría-
mayoritariamente bijvoeglijk naamwoord
-
en gran parte bijvoeglijk naamwoord
-
en la mayoría bijvoeglijk naamwoord
-
-
merendeels (grotendeels; goeddeels)
mayormente; mayoritariamente; en su mayor parte; en gran parte; en su mayoría; en la mayoría-
mayormente bijvoeglijk naamwoord
-
mayoritariamente bijvoeglijk naamwoord
-
en su mayor parte bijvoeglijk naamwoord
-
en gran parte bijvoeglijk naamwoord
-
en su mayoría bijvoeglijk naamwoord
-
en la mayoría bijvoeglijk naamwoord
-
-
merendeels (doorgaans; meestal; algemeen; gewoonlijk; over het algemeen; normaliter; gemeenlijk)
en general; generalmente; habitualmente; en su mayoría; mayoritariamente; comúnmente; ordinariamente; por lo común; en la mayoría-
en general bijvoeglijk naamwoord
-
generalmente bijvoeglijk naamwoord
-
habitualmente bijvoeglijk naamwoord
-
en su mayoría bijvoeglijk naamwoord
-
mayoritariamente bijvoeglijk naamwoord
-
comúnmente bijvoeglijk naamwoord
-
ordinariamente bijvoeglijk naamwoord
-
por lo común bijvoeglijk naamwoord
-
en la mayoría bijvoeglijk naamwoord
-
-
merendeels (grootste gedeelte)
Vertaal Matrix voor merendeels:
Verwante woorden van "merendeels":
merendeels vorm van merendeel:
-
het merendeel
-
het merendeel (grootste deel; gros; meerderheid)
-
merendeel
la mayor parte-
la mayor parte bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor merendeel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
grueso | grootste deel; gros; meerderheid; merendeel | force majeure; overmacht |
mayor parte | grootste deel; gros; meerderheid; merendeel | force majeure; overmacht |
mayoría | grootste deel; gros; meerderheid; merendeel | force majeure; meerdere; overmacht; superieur |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
grueso | afgesloten; corpulent; dicht; dik; dikachtig; gesloten; gezet; grof; grofgebouwd; grofkorrelig; lijvig; lomp; ruw; schofterig; toe; vet; vettig; zwaar van lijf; zwaarlijvig | |
la mayor parte | merendeel | grootste gedeelte; meerendeels; meeste; merendeels |