Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- markeren:
-
Wiktionary:
- markeren → marcar, acotar
- markeren → marcar o señalar con una bandera, marcar, caracterizar, señalar, formar, moldear
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor markeren (Nederlands) in het Spaans
markeren:
-
markeren (brandmerken; branden; inbranden; van stigma's voorzien)
estigmatizar-
estigmatizar werkwoord
-
-
markeren
-
markeren
Conjugations for markeren:
o.t.t.
- markeer
- markeert
- markeert
- markeren
- markeren
- markeren
o.v.t.
- markeerde
- markeerde
- markeerde
- markeerden
- markeerden
- markeerden
v.t.t.
- heb gemarkeerd
- hebt gemarkeerd
- heeft gemarkeerd
- hebben gemarkeerd
- hebben gemarkeerd
- hebben gemarkeerd
v.v.t.
- had gemarkeerd
- had gemarkeerd
- had gemarkeerd
- hadden gemarkeerd
- hadden gemarkeerd
- hadden gemarkeerd
o.t.t.t.
- zal markeren
- zult markeren
- zal markeren
- zullen markeren
- zullen markeren
- zullen markeren
o.v.t.t.
- zou markeren
- zou markeren
- zou markeren
- zouden markeren
- zouden markeren
- zouden markeren
en verder
- ben gemarkeerd
- bent gemarkeerd
- is gemarkeerd
- zijn gemarkeerd
- zijn gemarkeerd
- zijn gemarkeerd
diversen
- markeer!
- markeert!
- gemarkeerd
- markerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor markeren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
marcar | aankruisen; aanstrepen; aftekenen; afvinken | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
estigmatizar | branden; brandmerken; inbranden; markeren; van stigma's voorzien | schandmerken; stigmatiseren |
marcar | markeren | aankruisen; aanstrepen; afvinken; eerbied bewijzen; eren; kalibreren; kiezen; lofprijzen; merken; vinken |
resaltar | markeren | afsteken; eruit springen; in het oog lopen; opvallen; uitspringen; uitsteken; vooruitspringen; vooruitsteken |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
marcar | draaiend kiezen; kiezen |
Wiktionary: markeren
markeren
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• markeren | → marcar o señalar con una bandera | ↔ flag — to mark with a flag |
• markeren | → marcar | ↔ mark — indicate |
• markeren | → marcar | ↔ markieren — vermeintlich Wichtiges kennzeichnen, hervorheben |
• markeren | → caracterizar; marcar; señalar; formar; moldear | ↔ zeichnen — (transitiv) etwas mit einem oder mehreren Zeichen versehen |