Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor magerte (Nederlands) in het Spaans

magerte:

magerte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de magerte (magerheid; dun zijn)
    el mareo; la arcadas; la delgadez; la flaqueza; la putrefacción; la ganas de vomitar; la blascas
  2. de magerte (magerheid; schraalheid)
    la delgadez; la flaqueza

Vertaal Matrix voor magerte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arcadas dun zijn; magerheid; magerte
blascas dun zijn; magerheid; magerte
delgadez dun zijn; magerheid; magerte; schraalheid ielheid; magerheid
flaqueza dun zijn; magerheid; magerte; schraalheid flauwheid; ielheid; magerheid; teerheid; zonder veel smaak; zwakheid
ganas de vomitar dun zijn; magerheid; magerte
mareo dun zijn; magerheid; magerte duizeligheid; luchtziekte; misselijkheid; ongesteldheid; onpasselijkheid; wagenziekte; zeeziekte
putrefacción dun zijn; magerheid; magerte bederf; bederven; bedorvenheid; ontbinding; rotheid; vergaan; vergaanheid; verrotheid; verrotten; verrotting; verwording