Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. macho:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor macho:
    • machista


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor macho (Nederlands) in het Spaans

macho:

macho [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de macho (haantje)
    el gallo; el macho; el gatillo; el lanzamiento de martillo

Vertaal Matrix voor macho:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gallo haantje; macho haan; haantje; haantjes de voorste; kleine haan; mannelijk hoen; windhaan
gatillo haantje; macho haan; slagpin; trekker van vuurwapen
lanzamiento de martillo haantje; macho hamerwerpen; kogelslingeren
macho haantje; macho gast; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent

Wiktionary: macho

macho
adjective
  1. hanig