Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bruto
|
lomperik
|
barbaar; boerenkinkel; brutale kerel; bruut; heikneuter; hork; hufter; kinkel; klootzak; lomperd; oetlul; ongelikte beer; onmens; proleet; rabauw; sodemieter; vlegel; woesteling; wreedaard
|
grosero
|
lomperik
|
boer; boerenkinkel; brutale kerel; heikneuter; hork; hufter; kinkel; klootzak; lomperd; onbeschofte man; onhoffelijkheid; proleet; vlegel
|
mal educado
|
lomperik
|
boerenkinkel; brutale kerel; heikneuter; hork; hufter; kinkel; klootzak; lomperd; proleet; vlegel
|
palurdo
|
lomperik
|
boerenkinkel; boerenlul; heikneuter; hork; hufter; kinkel; klootzak; lomperd; lummel; proleet; vlegel
|
patán
|
lomperik
|
boerenkinkel; boerenlul; brutale kerel; heikneuter; hork; hufter; kaffer; kinkel; klootzak; lomperd; lummel; oetlul; proleet; rotvent; snertvent; sodemieter; vlegel
|
persona torpe
|
lomperik
|
boerenkinkel; brutale kerel; heikneuter; hork; hufter; kinkel; klootzak; klungel; klungelaar; kruk; lomperd; proleet; stoethaspel; stumper; vlegel
|
tonto
|
lomperik
|
achterlijke; boerenkinkel; dom gansje; dom wicht; domkop; domme gans; domme koe; dommerik; domoor; druiloor; druiloortjes; dwaas; gek; geschifte; goedzak; goeierd; heikneuter; hufter; idioot; joris goedbloed; kalfskop; klootzak; kuiken; leeghoofdje; minkukel; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; onnozole hals; rund; schaap; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sufferdjes; sukkel; sul; uil; uilenbal; uilskuiken; waanzinnige; zwakzinnige
|
torpe
|
lomperik
|
boerenkinkel; brutale kerel; heikneuter; hork; hufter; kinkel; klootzak; lomperd; ongelikte beer; proleet; vlegel
|
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
torpe
|
|
klungelig; links
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bruto
|
|
aanmatigend; aanstootgevend; aanstotelijk; agressief; banaal; barbaars; beestachtig; bot; bruto; bruut; dierlijk; dorps; gewelddadig; grof; inhumaan; kortaf; laag-bij-de-grond; lomp; meedogenloos; monsterlijk; onbehouwen; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; onbewerkt; ongegeneerd; ongelikt; onmenselijk; onopgevoed; plat; platvloers; respectloos; ruw; schunnig; triviaal; vunzig; wreed; zonder omhaal
|
grosero
|
|
aanmatigend; aanstootgevend; aanstotelijk; achterbaks; barbaars; beestachtig; boers; bot; brutaal; bruut; doortrapt; dorps; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; grof; grofgebouwd; honds; hondsbrutaal; hufterig; inhumaan; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; lomp; monsterlijk; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; onedel; ongegeneerd; ongelikt; ongemanierd; onhoffelijk; onmenselijk; onopgevoed; ordinair; plat; platvloers; ploertig; respectloos; ruw; schofterig; schunnig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; vrijpostig; vulgair; vunzig; wreed
|
mal educado
|
|
aanmatigend; bot; brutaal; dorps; hondsbrutaal; lomp; obsceen; onbehouwen; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; ongelikt; onopgevoed; respectloos; schuin; vies; vlegelachtig; vrijpostig; vunzig; zedeloos
|
palurdo
|
|
aanmatigend; aanstootgevend; aanstotelijk; dorps; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; ongelikt; respectloos
|
tonto
|
|
achterlijk; afgestompt; afstompend; breinloos; dom; dwaas; eentonig; eigenaardig; geestdodend; geesteloos; geestesziek; gek; hersenloos; idioot; krankzinnig; leeghoofdig; maf; mal; naief; onbenullig; onbezonnen; onnozel; onverstandig; onwijs; saai; schaapachtig; stom; stompzinnig; stupide; suf; typisch; uilachtig; verstandeloos; vreemd; waanzinnig
|
torpe
|
|
aanmatigend; achterlijk; afgestompt; bot; breinloos; dom; dorps; gebrekkig; geesteloos; harkerig; hersenloos; hoekig; idioot; kantig; klungelig; knullig; krukkig; log; lomp; onbeholpen; onbehouwen; onbenullig; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; ongelikt; ongeschoold; ongetraind; onhandig; onnozel; onopgevoed; onsierlijk van gedaante; onverstandig; plomp; respectloos; scherp; schichtig; schrikachtig; schutterig; slungelig; stoethaspelig; stompzinnig; stumperig; stuntelig; stupide; sukkelend; sukkelig; uilachtig; verstandeloos; vlijmend; vlijmscherp; vreesachtig
|