Nederlands

Uitgebreide vertaling voor locken (Nederlands) in het Spaans

locken:

Conjugations for locken:

o.t.t.
  1. lock
  2. lockt
  3. lockt
  4. locken
  5. locken
  6. locken
o.v.t.
  1. lockte
  2. lockte
  3. lockte
  4. lockten
  5. lockten
  6. lockten
v.t.t.
  1. heb gelockt
  2. hebt gelockt
  3. heeft gelockt
  4. hebben gelockt
  5. hebben gelockt
  6. hebben gelockt
v.v.t.
  1. had gelockt
  2. had gelockt
  3. had gelockt
  4. hadden gelockt
  5. hadden gelockt
  6. hadden gelockt
o.t.t.t.
  1. zal locken
  2. zult locken
  3. zal locken
  4. zullen locken
  5. zullen locken
  6. zullen locken
o.v.t.t.
  1. zou locken
  2. zou locken
  3. zou locken
  4. zouden locken
  5. zouden locken
  6. zouden locken
diversen
  1. lock!
  2. lockt!
  3. gelockt
  4. lockend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor locken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cerrar dichtdoen; dichtdraaien
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bloquear afgrendelen; afsluiten; borgen; dichtdoen; dichtmaken; grendelen; locken; op slot doen; op slot zetten; sluiten; vergrendelen barricaderen; belemmeren; beletten; blokkeren; knoppenraster; vergrendelen; verhinderen; versperren; voorkomen; voorkómen
cerrar afgrendelen; afsluiten; borgen; dichtdoen; dichtmaken; grendelen; locken; op slot doen; op slot zetten; sluiten; vergrendelen aantrekken; afbakenen; afpalen; afschotten; afschutten; afsluiten; afzetten; afzien van rechtsvervolging; begrenzen; beknotten; beperken; correct zijn; dicht maken; dichtbinden; dichtdoen; dichtdraaien; dichten; dichtgaan; dichtgooien; dichtmaken; dichtslaan; dichtstoppen; dichttrekken; dichtvallen; dichtwerpen; kloppen; omlijnen; schutten; seponeren; sluiten; stoppen; toebinden; toedoen; toedraaien; toemaken; toetrekken; toevallen; uitdoen; uitdraaien; zich sluiten
cerrar con llave afgrendelen; afsluiten; borgen; dichtdoen; dichtmaken; grendelen; locken; op slot doen; op slot zetten; sluiten; vergrendelen afsluiten; correct zijn; dichtdoen; dichtgaan; dichtmaken; dichtvallen; kloppen; sluiten; toedoen; toemaken; toetrekken; toevallen; zich sluiten
echar el cerrojo a afgrendelen; afsluiten; borgen; dichtdoen; dichtmaken; grendelen; locken; op slot doen; op slot zetten; sluiten; vergrendelen
echar llave afgrendelen; afsluiten; borgen; dichtdoen; dichtmaken; grendelen; locken; op slot doen; op slot zetten; sluiten; vergrendelen
poner bajo llave afgrendelen; afsluiten; borgen; dichtdoen; dichtmaken; grendelen; locken; op slot doen; op slot zetten; sluiten; vergrendelen