Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
delgado
|
lichtgebouwd; tenger
|
arm; armetierig; berooid; dun; fijn; fijngebouwd; karig; mager; pover; rank; schraal; slank; tenger
|
delicado
|
lichtgebouwd; tenger
|
angstig voor pijn; benard; benauwd; breekbaar; broos; delicaat; dun; elegant; ernstig; fijn; fijn van smaak; fijnbesnaard; fijngebouwd; fijngevoelig; fijntjes; fijnzinnig; fragiel; frèle; gammel; gracieus; hachelijk; iel; kleinzerig; krakkemikkig; kritiek; kwetsbaar; lastig; lastige; netelig; onprettig; penibel; precair; rank; sierlijk; slank; slap; subtiel; teder; teer; teerbesnaard; teergevoelig; tenger; verfijnd; wankel; zorgelijk; zorgwekkend; zwak
|
esbelto
|
lichtgebouwd; tenger
|
dun; dun van gestalte; fijn; fijngebouwd; mager; rank; slank; tenger
|
finamente
|
lichtgebouwd; tenger
|
elegant; fijntjes; fijnzinnig; gracieus; sierlijk; verfijnd
|
fino
|
lichtgebouwd; tenger
|
dun; edelmoedig; effen; egaal; elegant; fijn; fijngebouwd; fijntjes; fijnzinnig; geen vet op de botten hebbende; gelijk; genereus; geslepen; glad; gracieus; gul; iel; mager; mild; plat; puntig; rank; royaal; ruimhartig; scherp gepunt; schraal; schriel; sierlijk; slank; slank en smal; strak; tenger; verfijnd; vlak; vlakuit; vrijgevig
|
frágil
|
lichtgebouwd; tenger
|
bleekjes; breekbaar; broos; bros; delicaat; dun; fijn; fijngebouwd; fijngevoelig; fragiel; frèle; gammel; geen vet op de botten hebbende; iel; krakkemikkig; kwetsbaar; mager; pips; rank; schraal; schriel; slank; slap; slapjes; teder; teer; tenger; wankel; wee; wrak; ziekelijk; zwak
|
ligero de postura
|
lichtgebouwd; tenger
|
dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger
|
tierno
|
lichtgebouwd; tenger
|
diep; dun; fijn; fijngebouwd; fijngevoelig; fijnzinnig; gammel; innig; intens; krakkemikkig; liefderijk; liefdevol; liefhebbend; mals; murw; pril; rank; sappig; slank; teerbesnaard; teergevoelig; teerhartig; tenger; vroeg; wankel; weekhartig; welig; zacht; zacht aanvoelend; zwak
|