Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. leuten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor leuten (Nederlands) in het Spaans

leuten:

leuten [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. leuten
    el cotorrear

Vertaal Matrix voor leuten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cotorrear leuten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cotorrear babbelen; belasteren; etteren; griepen; ijlen; kakelen; keuvelen; kletsen; kletspraat verkopen; klieren; kwaadspreken; kwaken; kwebbelen; kwetteren; lasteren; leuteren; lullen; onzin uitkramen; onzin verkopen; raaskallen; ratelen; roddelen; ruisen; snateren; wartaal spreken; zacht ruisen; zeiken; zeveren; zwammen; zwetsen