Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. lector:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lector (Nederlands) in het Spaans

lector:

lector [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de lector (redenaar; spreker; redevoerder)
    el orador; el lector
    • orador [el ~] zelfstandig naamwoord
    • lector [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lector:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lector lector; redenaar; redevoerder; spreker krantenlezer; lezer
orador lector; redenaar; redevoerder; spreker verkondiger
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
lector lezer

Verwante woorden van "lector":

  • lectoren, lectors

Wiktionary: lector

lector
noun
  1. onderwijs|nld, beroep|nld, wetenschap|nld docent aan een universiteit, een rang lager dan hoogleraar