Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. lasteraar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lasteraar (Nederlands) in het Spaans

lasteraar:

lasteraar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de lasteraar (kwaadspreker; slangentong; vuilspuiter)
    el chismoso; el detractor; el difamador; el calumniador; la lengua de serpiente

Vertaal Matrix voor lasteraar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
calumniador kwaadspreker; lasteraar; slangentong; vuilspuiter belasterde; belasteren; kwaadspreken; zwartmaken
chismoso kwaadspreker; lasteraar; slangentong; vuilspuiter babbelaar; binnendringer; infiltrant; keuvelaar; klapekster; kouter; lasteraarster; prater; roddelaar; roddelaarster; spion; theetante
detractor kwaadspreker; lasteraar; slangentong; vuilspuiter
difamador kwaadspreker; lasteraar; slangentong; vuilspuiter
lengua de serpiente kwaadspreker; lasteraar; slangentong; vuilspuiter
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chismoso babbelachtig; babbelziek; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; praatgraag; praatziek; spraakzaam
difamador kwaadsprekend; lasterend; lasterlijk

Verwante woorden van "lasteraar":

  • lasteraars