Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. landschap:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor landschap (Nederlands) in het Spaans

landschap:

landschap [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het landschap (land)
    el país; el paisaje; la tierra; el campo
    • país [el ~] zelfstandig naamwoord
    • paisaje [el ~] zelfstandig naamwoord
    • tierra [la ~] zelfstandig naamwoord
    • campo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor landschap:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
campo land; landschap akker; bouwland; bouwterrein; emplacement; gebied; gevecht; gras; grasmat; grond; kamp; kavel; land; legerplaats; mat; perceel; platteland; rayon; rayon van een bedrijf; strijd; terrein; veld; worsteling
paisaje land; landschap
país land; landschap
tierra land; landschap aarde; aardkorst; akker; bodem; bodemoppervlak; bouwland; compost; droge; grond; land; landmassa; pootaarde; stadswal; teelaarde; veld; veste; vloer; wereld

Verwante woorden van "landschap":

  • landschappen, landschapjes

Wiktionary: landschap

landschap
noun
  1. hoe een bepaalde streek eruitziet qua geologische vormen en begroeiing

Cross Translation:
FromToVia
landschap paisaje landscape — portion of land or territory which the eye can comprehend in a single view
landschap paisaje LandschaftGeografie: ein Teil der Erdoberfläche, der sich durch seine einzigartigen physischen und kulturellen Merkmale von der Umgebung abhebt.
landschap paisaje paysage — géographie|fr agri|fr jardi|fr étendue de territoire que l’on peut voir.