Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. lamenterend:
  2. lamenteren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lamenterend (Nederlands) in het Spaans

lamenterend:

lamenterend bijvoeglijk naamwoord

  1. lamenterend (jeremiërend; klagend; jammerend; )
    quejoso; quejumbroso

Vertaal Matrix voor lamenterend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
quejoso jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; lamenterend; weeklagend jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig; rouwig; treurig; verdrietig
quejumbroso jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; lamenterend; weeklagend beklagend; negatief; rouwig; treurig; verdrietig; zeurderig

lamenteren:

lamenteren werkwoord (lamenteer, lamenteert, lamenteerde, lamenteerden, gelamenteerd)

  1. lamenteren

Conjugations for lamenteren:

o.t.t.
  1. lamenteer
  2. lamenteert
  3. lamenteert
  4. lamenteren
  5. lamenteren
  6. lamenteren
o.v.t.
  1. lamenteerde
  2. lamenteerde
  3. lamenteerde
  4. lamenteerden
  5. lamenteerden
  6. lamenteerden
v.t.t.
  1. heb gelamenteerd
  2. hebt gelamenteerd
  3. heeft gelamenteerd
  4. hebben gelamenteerd
  5. hebben gelamenteerd
  6. hebben gelamenteerd
v.v.t.
  1. had gelamenteerd
  2. had gelamenteerd
  3. had gelamenteerd
  4. hadden gelamenteerd
  5. hadden gelamenteerd
  6. hadden gelamenteerd
o.t.t.t.
  1. zal lamenteren
  2. zult lamenteren
  3. zal lamenteren
  4. zullen lamenteren
  5. zullen lamenteren
  6. zullen lamenteren
o.v.t.t.
  1. zou lamenteren
  2. zou lamenteren
  3. zou lamenteren
  4. zouden lamenteren
  5. zouden lamenteren
  6. zouden lamenteren
diversen
  1. lamenteer!
  2. lamenteert!
  3. gelamenteerd
  4. lamenterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor lamenteren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lamentarse lamenteren emmeren; klagen; misnoegen uiten; over iets mopperen; zich beklagen