Nederlands
Uitgebreide vertaling voor lak (Nederlands) in het Spaans
lak:
-
de lak (laklaag; vernis)
la capa de laca
Vertaal Matrix voor lak:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
capa de laca | lak; laklaag; vernis |
Verwante woorden van "lak":
Verwante definities voor "lak":
lak vorm van lakken:
-
lakken (vernissen)
-
lakken (verven; schilderen; beschilderen)
Conjugations for lakken:
o.t.t.
- lak
- lakt
- lakt
- lakken
- lakken
- lakken
o.v.t.
- lakte
- lakte
- lakte
- lakten
- lakten
- lakten
v.t.t.
- heb gelakt
- hebt gelakt
- heeft gelakt
- hebben gelakt
- hebben gelakt
- hebben gelakt
v.v.t.
- had gelakt
- had gelakt
- had gelakt
- hadden gelakt
- hadden gelakt
- hadden gelakt
o.t.t.t.
- zal lakken
- zult lakken
- zal lakken
- zullen lakken
- zullen lakken
- zullen lakken
o.v.t.t.
- zou lakken
- zou lakken
- zou lakken
- zouden lakken
- zouden lakken
- zouden lakken
diversen
- lak!
- lakt!
- gelakt
- lakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor lakken:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
pintar | afbeelden; afschilderen; beschilderen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
barnizar | lakken; vernissen | |
pintar | beschilderen; lakken; schilderen; verven | adviseren; afbeelden; afschilderen; doen lijken; iets aanraden; ingeven; portretteren; raden; schilderen; suggereren; tekenen; uitbeelden; uitschilderen; verbeelden; verpersonificeren; vertolken |
pintar con laca | lakken; vernissen | |
teñir | beschilderen; lakken; schilderen; verven | inkleuren; kleuren; tinten |