Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kwaad zijn (Nederlands) in het Spaans
kwaad zijn:
-
kwaad zijn (woedend zijn; schuimbekken)
rabiar; refunfuñar; estar furioso; poner morritos; maldecir; desentonar; resentirse; enfurruñarse; estar de mal humor-
rabiar werkwoord
-
refunfuñar werkwoord
-
estar furioso werkwoord
-
poner morritos werkwoord
-
maldecir werkwoord
-
desentonar werkwoord
-
resentirse werkwoord
-
enfurruñarse werkwoord
-
estar de mal humor werkwoord
-
Conjugations for kwaad zijn:
o.t.t.
- ben kwaad
- bent kwaad
- bent kwaad
- zijn kwaad
- zijn kwaad
- zijn kwaad
o.v.t.
- was kwaad
- was kwaad
- was kwaad
- waren kwaad
- waren kwaad
- waren kwaad
v.t.t.
- ben kwaad geweest
- bent kwaad geweest
- is kwaad geweest
- zijn kwaad geweest
- zijn kwaad geweest
- zijn kwaad geweest
v.v.t.
- was kwaad geweest
- was kwaad geweest
- was kwaad geweest
- waren kwaad geweest
- waren kwaad geweest
- waren kwaad geweest
o.t.t.t.
- zal kwaad zijn
- zult kwaad zijn
- zal kwaad zijn
- zullen kwaad zijn
- zullen kwaad zijn
- zullen kwaad zijn
o.v.t.t.
- zou kwaad zijn
- zou kwaad zijn
- zou kwaad zijn
- zouden kwaad zijn
- zouden kwaad zijn
- zouden kwaad zijn
diversen
- ben kwaad!
- wees kwaad!
- kwaad geweest
- kwaad zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze