Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kuipen (Nederlands) in het Spaans

kuipen:

kuipen werkwoord (kuip, kuipt, kuipte, kuipten, gekuipt)

  1. kuipen (konkelen; intrigeren)
    contribuir; intrigar; aportar; enredar; hacer entrar

Conjugations for kuipen:

o.t.t.
  1. kuip
  2. kuipt
  3. kuipt
  4. kuipen
  5. kuipen
  6. kuipen
o.v.t.
  1. kuipte
  2. kuipte
  3. kuipte
  4. kuipten
  5. kuipten
  6. kuipten
v.t.t.
  1. heb gekuipt
  2. hebt gekuipt
  3. heeft gekuipt
  4. hebben gekuipt
  5. hebben gekuipt
  6. hebben gekuipt
v.v.t.
  1. had gekuipt
  2. had gekuipt
  3. had gekuipt
  4. hadden gekuipt
  5. hadden gekuipt
  6. hadden gekuipt
o.t.t.t.
  1. zal kuipen
  2. zult kuipen
  3. zal kuipen
  4. zullen kuipen
  5. zullen kuipen
  6. zullen kuipen
o.v.t.t.
  1. zou kuipen
  2. zou kuipen
  3. zou kuipen
  4. zouden kuipen
  5. zouden kuipen
  6. zouden kuipen
en verder
  1. is gekuipt
  2. zijn gekuipt
diversen
  1. kuip!
  2. kuipt!
  3. gekuipt
  4. kuipend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

kuipen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de kuipen (barrels)
    el barriles

Vertaal Matrix voor kuipen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aportar erin brengen; inbrengen
barriles barrels; kuipen barrels; delen; parten; partjes; porties; segmenten; stukken
contribuir erin brengen; inbrengen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aportar intrigeren; konkelen; kuipen bijdragen; iets in te brengen hebben; inbrengen; meehelpen
contribuir intrigeren; konkelen; kuipen assisteren; bijdragen; handreiken; iets in te brengen hebben; inbrengen; insturen; inzenden; meehelpen
enredar intrigeren; konkelen; kuipen aanblazen; aanstoken; aanwakkeren; afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; compliceren; ingewikkeld maken; moeilijk maken; neppen; obsederen; omlijnen; oppoken; opstoken; poken; sjoemelen; stoken; verwikkelen
hacer entrar intrigeren; konkelen; kuipen
intrigar intrigeren; konkelen; kuipen benieuwen; boeien; fascineren; intrigeren; obsederen

Verwante woorden van "kuipen":


kuip:

kuip [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kuip (vat; barrel; ton; )
    el barreño; el cubo; el barril; el cubo para bañarse; la tonel; la tonelada; la bañera; el balde; la pila
    • barreño [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cubo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • barril [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cubo para bañarse [el ~] zelfstandig naamwoord
    • tonel [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tonelada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bañera [la ~] zelfstandig naamwoord
    • balde [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pila [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. de kuip (waskuip; tobbe)
    la barra; la cuba; el barril; la baranda; el tonel; la abogacía
    • barra [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cuba [la ~] zelfstandig naamwoord
    • barril [el ~] zelfstandig naamwoord
    • baranda [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tonel [el ~] zelfstandig naamwoord
    • abogacía [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kuip:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abogacía kuip; tobbe; waskuip
balde bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat schepemmers
baranda kuip; tobbe; waskuip afschutting; balkon; balkonhek; balustrade; band; boekdeel; borstwering; deel; geluidsniveau; handsteun; leuning; railing; volume
barra kuip; tobbe; waskuip balk; balkonhek; balustrade; band; bar; boekdeel; buffet; chocolade; chocoladereep; deel; drankbuffet; gelid; geluidsniveau; reep; rij; spijl; spon; staaf; stijl; tap; tapkast; toog; tralie; uitspanning; volume; zitstang; zitstok; zitstok om te wandelen
barreño bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat
barril bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; tobbe; ton; vat; waskuip biervat
bañera bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat badkuip
cuba kuip; tobbe; waskuip
cubo bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat OLAP-kubus; aker; bucket; kubus; naaf; schepemmer; schepper; schepvat
cubo para bañarse bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat
pila bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat aanrecht; accu; accumulator; batterij; berg; gootsteen; grote hoeveelheid; hoop; hoopje; massa; overvloed; pijler; spoelbak; stack; stapel; stapeltje
tonel bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; tobbe; ton; vat; waskuip
tonelada bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat cargo; lading; vracht

Verwante woorden van "kuip":


Wiktionary: kuip

kuip
noun
  1. wijd, houten, metalen of plastic vat

Cross Translation:
FromToVia
kuip caja; estuche; jarro; olla; tina; cuba; artesa baquet — Petit cuvier de bois qui a les bords assez bas.
kuip tina; cuba; artesa bassine — Sorte de bassin large et profond dont on se sert pour y faire chauffer, bouillir, fondre, etc., diverses substances.
kuip tina; cuba; artesa cuve — Grand récipient de bois ou de maçonnerie dont on se sert ordinairement pour fouler la vendange ou pour y laisser fermenter le vin nouveau avec la grappe, pour faire de la bière et pour divers autres usages.