Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. krioelen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor krioelen (Nederlands) in het Spaans

krioelen:

krioelen werkwoord (krioel, krioelt, krioelde, krioelden, gekrioeld)

  1. krioelen (kruipen; wemelen)

Conjugations for krioelen:

o.t.t.
  1. krioel
  2. krioelt
  3. krioelt
  4. krioelen
  5. krioelen
  6. krioelen
o.v.t.
  1. krioelde
  2. krioelde
  3. krioelde
  4. krioelden
  5. krioelden
  6. krioelden
v.t.t.
  1. ben gekrioeld
  2. bent gekrioeld
  3. is gekrioeld
  4. zijn gekrioeld
  5. zijn gekrioeld
  6. zijn gekrioeld
v.v.t.
  1. was gekrioeld
  2. was gekrioeld
  3. was gekrioeld
  4. waren gekrioeld
  5. waren gekrioeld
  6. waren gekrioeld
o.t.t.t.
  1. zal krioelen
  2. zult krioelen
  3. zal krioelen
  4. zullen krioelen
  5. zullen krioelen
  6. zullen krioelen
o.v.t.t.
  1. zou krioelen
  2. zou krioelen
  3. zou krioelen
  4. zouden krioelen
  5. zouden krioelen
  6. zouden krioelen
en verder
  1. hebben gekrioeld
diversen
  1. krioel!
  2. krioelt!
  3. gekrioeld
  4. krioelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor krioelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hormiguear krioelen; kruipen; wemelen kietelen; kittelen; klingelen; kriebelen; rinkelen; tingelen; tinkelen; wemelen; wriemelen

Wiktionary: krioelen


Cross Translation:
FromToVia
krioelen pulular; hormiguear fourmiller — Traductions à trier suivant le sens