Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. krakken:
  2. krak:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor krakken (Nederlands) in het Spaans

krakken:

krakken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de krakken (barsten)
    la grietas; la rajas; la hendiduras
    • grietas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • rajas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • hendiduras [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor krakken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grietas barsten; krakken barsten; scheuren; sprongen
hendiduras barsten; krakken barsten; scheuren; sprongen
rajas barsten; krakken

Verwante woorden van "krakken":


krakken vorm van krak:

krak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de krak (barst; breuk; scheur)
    la grieta; la fracción; la rotura; la ruptura; la quebradura; la raja; la hendidura
    • grieta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fracción [la ~] zelfstandig naamwoord
    • rotura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ruptura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • quebradura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • raja [la ~] zelfstandig naamwoord
    • hendidura [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor krak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fracción barst; breuk; krak; scheur afdeling; breuk; breukgetal; deel; departement; detachement; fractie; gedeelte; interruptie; machtsblok; onderbreking; part; sectie; stuk; tak; verbreking
grieta barst; breuk; krak; scheur gleuf; kier; kiertje; kloof; opening; rotsspelonk; rotsspleet; sleuf; spleet; tussenruimte; uitsparing
hendidura barst; breuk; krak; scheur bergkloof; bergspleet; buurtschap; gat; gehucht; geul; gleuf; groef; groeve; insnijding; kloof; langwerpige uitholling; opening; rotskloof; rotsspleet; sleuf; spleet; split; spouw; tussenruimte; uitsparing; vaargeul
quebradura barst; breuk; krak; scheur deel; fractie; gedeelte; inkeping; inkerving; keep; kerf; knak; knik; part; stuk
raja barst; breuk; krak; scheur geul; gleuf; groef; groeve; langwerpige uitholling; opening; sleuf; vaargeul
rotura barst; breuk; krak; scheur breuk; deel; fractie; fractuur; gedeelte; interruptie; knak; knik; onderbreking; openscheuring; part; stuk; verbreking
ruptura barst; breuk; krak; scheur breken; breuk; deel; dijkbreuk; doorbraak; doorbreken; doorbreking; fractie; gedeelte; interruptie; onderbreking; openscheuring; part; ruptuur; scheuring; stuk; verbreking

Verwante woorden van "krak":