Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. krabbelaar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor krabbelaar (Nederlands) in het Spaans

krabbelaar:

krabbelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de krabbelaar (krabber)
    el rascador; la raedera; el garabateador

Vertaal Matrix voor krabbelaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
garabateador krabbelaar; krabber
raedera krabbelaar; krabber
rascador krabbelaar; krabber gierigaard; knibbelaar; krent; krentenweger; schraapijzer; schraapmes; schraper; schrapijzer; spatel; verfkrabber; vrek

Verwante woorden van "krabbelaar":

  • krabbelaars